Hervormingen 2019-2022

Voor de begroting 2019-2022 hebben wij aanvullende bezuinigingsmaatregelen en de hervormingen in beeld gebracht. De verdeling van de maatregelen 2019-2022 is in onderstaande tabel opgenomen. Vervolgens is per dekkingsbron een toelichting gegeven.

Hervormingen 2019-2022 (x 1.000)

2019

2020

2021

2022

I/S

De Mens Centraal - de sociaal maatschappelijke opgave

1

Terugdringen zorgkosten (inkoop jeugd, WIJ & OJG)

140

3.460

5.960

7.460

 S 

2

Integrale aanpak multiproblematiek 

1.000

3.000

3.000

 S 

3

Afschaffen algemene voorziening huishoudelijke hulp

850

850

850

 S 

Herwinnen openbare ruimte - het belang van een goede leefkwaliteit

4

Gebruik openbare ruimte (parkeren, precario en reclame)

500

1.215

1.365

1.365

 S 

5

Verschuiving Stadsbeheer van wegen naar groen

200

200

200

200

 S 

Groningen actief

 6

Intensivering begeleiding en participatie 

3.000

4.000

5.000

 S 

Groningen ontwikkelt zich verder - bouwstenen voor de toekomst

7

Reserves instellingen cultuur

350

 I 

 8

BTW-voordeel sport

180

180

180

180

 S 

 9

Intensiveringsmiddelen onderwijsinnovatie voor huisvesting

400

400

400

 S 

10

Overige besparingen

80

80

 S 

Organisatie en samenwerken

11

Ingroeitaakstelling organisatie

1.075

1.075

1.075

1.075

 I 

Ingroeitaakstelling organisatie

627

1.257

1.257

 S 

12

Interne loon- en prijscompensatie organisatie

1.600

3.000

4.700

 S 

13

Taken organisatie (inclusief externe inhuur)

3.000

4.500

6.000

 S 

Overig

14

OZB verhoging woningen (10%)

3.250

3.250

3.250

3.250

 S 

15

OZB niet-woningen (tarief oude gemeente Groningen)

700

700

700

700

 S 

16

Volumestijging OZB

300

600

900

1.200

 S 

17

Toeristenbelasting

440

440

440

 S 

18

Verhoging dekkingsgraad tarieven

400

400

400

 S 

19

Minder subsidies aan instellingen

500

1.000

1.000

 S 

20

Binnenhalen subsidies voor SIF projecten

2.000

 I 

21

Weerstandsvermogen

27.405

1.793

3.648

1.782

 I 

22

Ruilmiddelen

9.900

20.100

 I 

Ruilmiddelen

-446

-1.350

-1.350

 S 

23

Herindelingsbudget (dekking OZB-compensatie)

650

380

110

 I 

24

Areaaluitbreiding sociaal

400

200

200

200

 S 

 25

Transformatiebudget GGD

300

300

 S 

 26

Incidentele vrijval weglekbudget

1.000

 I 

 27

Incidentele vrijval kapitaallasten niet gestarte projecten

2.000

 I 

 28

Inzet rekeningresultaat 2018 

4.413

 I 

29

Saldo financieel perspectief via AER

-4.887

2.073

4.078

-1.353

I

Totaal hervormingen

47.226

46.947

41.543

38.136

1. Terugdringen zorgkosten

Voor het omlaag brengen van de zorgkosten zijn meerdere maatregelen in beeld gebracht. We gaan ervan uit dat er in 2019 nog nauwelijks besparingen zijn te realiseren. Wel bereiden we in 2019 een aantal maatregelen voor die de komende jaren vanaf 2020 moeten leiden tot een reductie van de zorgkosten.

  • We investeren in een brede invoering van de Ondersteuner Jeugd en Gezin (OJG). Via de inzet van deze OJG verminderen we vermijdbare verwijzing naar gespecialiseerde hulpverlening.
  • Via innovatie van de inkoop Jeugd. Dit kunnen wijzigingen zijn binnen het bestaande inkoopmodel of door de zorg op een andere manier in te kopen. De huidige inkoopcontracten lopen t/m 2020.
  • Binnen de WMO zien we nog enkele maatregelen om de efficiency te vergroten, onder meer door aanpassingen binnen collectief vervoer.
  • We willen de ondersteuning vanuit de WIJ goedkoper organiseren. We werken de mogelijkheden uit voor beperking en aanscherping van de opdracht aan de WIJ. Daarbij onderzoeken we mogelijkheden om de WIJ sterker als netwerkaanjager in te zetten en om te differentiëren op basis van wat inwoners nodig hebben.

2. Integrale aanpak multiproblematiek
De komende periode richten wij ons op de aanpak van 240 multiprobleem gezinnen, waarbij we toewerken naar een duurzaam perspectief op verbetering. Met 1 gezin, 1 plan en 1 aanpak krijgen gezinnen de ondersteuning die nodig is; een stapeling van indicaties wordt zo voorkomen. De besparingen van deze aanpak bedragen in 2019 1,0 miljoen euro en 3,0 miljoen euro vanaf 2020.

3. Afschaffen algemene voorziening huishoudelijke hulp
Veel inwoners van de gemeente maken gebruik van huishoudelijke hulp. We willen dat de mensen die het echt nodig hebben huishoudelijke hulp kunnen ontvangen. Er wordt daarom van geval tot geval bekeken welke ondersteuning iemand nodig heeft en dat vereist een zorgvuldig onderzoek. Huishoudelijke hulp wordt daardoor weer een maatwerkvoorziening. Afschaffing van de algemene voorziening Huishoudelijke hulp leidt tot een besparing van 850 duizend euro vanaf 2020.  

4. Gebruik openbare ruimte (parkeren, precario en reclame)
Wij brengen het gebruik van schaarse openbare ruimte meer in rekening. Daarom verhogen we de parkeertarieven in de binnenstad en schilwijken en de tarieven voor parkeervergunningen. Daarnaast voeren we een reclamebelasting in, de opbrengsten uit abri's worden vergroot en verhogen we de precariobelasting. De extra opbrengsten die met het gebruik van de openbare ruimte samenhangen lopen op tot 1,365 miljoen in 2022.

5. Verschuiving Stadsbeheer van wegen naar groen
De leefkwaliteit is de afgelopen periode onder druk komen te staan door bezuinigingen en door bouw- en infrastructurele activiteiten. Bewoners vinden een goed verzorgde, groene leefomgeving van belang. We vinden het daarom raadzaam om een extra impuls te geven aan de leefkwaliteit door het niveau van beheer en onderhoud in de gemeente te verhogen. Voor de extra impuls verschuiven we budget van wegen naar groen voor een structureel bedrag van 200 duizend euro per jaar vanaf 2019.

6. Intensivering begeleiding en participatie
Met de ontwikkeling van een nieuwe werkprogramma dat uitgaat van positief individueel maatwerk, willen we de instroom in de bijstand beperken en de uitstroom uit de bijstand versnellen. We stellen het zoeken naar en krijgen van werk centraal. Hiermee realiseren we een besparing op de BUIG uitgaven waardoor het tekort op de BUIG wordt verlaagd. Hierdoor is er minder inzet van gemeentelijke middelen nodig om het tekort af te dekken. De besparing die we met de uitvoering van het programma realiseren loopt op van 3 miljoen euro in 2020 tot structureel 5 miljoen vanaf 2020.

7. Reserves instellingen cultuur
Instellingen actief op het gebied van cultuur beschikken over surplusreserves welke ingezet kunnen worden. Voor 2020 gaan we uit van een bedrag van 350 duizend euro dat uit deze reserves vrijgemaakt kan worden.

8. BTW voordeel sport
Het kabinet heeft besloten het sportbesluit aan te passen. Dit leidt er onder andere toe dat er per 1 januari 2019 een gewijzigd btw-tarief op sport geldt. Dit heeft onder andere als gevolg dat de inkomsten uit sport niet meer belast hoeven te worden met btw. Besloten is de tarieven te handhaven waardoor er extra inkomsten worden gegenereerd. Voor een deel worden deze extra inkomsten ingezet voor de kapitaallasten vervanging kunstgrasvelden. Het structurele bedrag van 180 duizend euro dat vrijvalt is gereserveerd om conform het amendement van uw raad in te zetten voor het programma Sport.

9. Intensiveringsmiddelen onderwijsinnovatie ter dekking onderwijshuisvesting
Eerder hebben wij 1,0 miljoen euro beschikbaar gesteld voor intensivering van onderwijsinnovatie. Vanaf 2020 zetten wij hiervan 400 duizend euro in voor de huisvesting van het onderwijs (zie ook opgave 31).

10. Overige besparingen
We gaan niet extra investeren en beraden ons op de toekomst van de Drafbaan. Vanaf 2021 verwachten we door het niet extra investeren een structurele vrijval te realiseren van 80 duizend euro.

11. Ingroeitaakstelling organisatie
Voor gebiedsgericht werken stellen we middelen beschikbaar door bestaande budgetten te verschuiven. Als ingroeitaakstelling voor de organisatie houden we rekening met een incidenteel bedrag van 1,075 miljoen voor 2019 t/m 2022 en een structureel bedrag dat oploopt van 627 duizend euro in 2020 naar 1,257 miljoen euro vanaf 2021. Deze dekkingsmaatregel heeft een relatie met de opgave gebiedsgericht werken.

12. Interne loon- en prijscompensatie organisatie
Voor stijgende prijzen en de loonontwikkeling worden budgetten jaarlijks gecompenseerd om de koopkracht te behouden. Vanaf 2020 geven we deze compensatie aan de eigen organisatie niet volledig door. De lagere uitgaven zijn hierdoor naar verwachting 1,6 miljoen euro lager in 2020 oplopend tot 4,7 miljoen euro in 2022.

13. Taken organisatie (inclusief externe inhuur)
We beperken het aantal externen dat door ons wordt ingehuurd en heroverwegen taken die we als organisatie uitvoeren. We verwachten vanaf 2020 een besparing van 3,0 miljoen euro 6,0 oplopend tot miljoen euro vanaf 2022.

14. OZB verhoging woningen (10%)
De woningen zijn in Groningen de afgelopen jaren gemiddeld 10% meer waard geworden. Met ongeveer dezelfde tarieven voor bewoners als twee jaar geleden zouden de OZB-inkomsten voor de gemeente met 10% toenemen. Een verhoging van de OZB leidt tot hogere inkomsten van 3,25 miljoen euro vanaf 2019.

15. OZB niet-woningen (tarief oude gemeente Groningen)
De tarieven voor niet-woningen handhaven we op het niveau van de voormalige gemeente Groningen. Hierdoor ontstaat een voordeel van 700 duizend per jaar.

16. Volumestijging OZB
Doordat de gemeente groei neemt ook het areaal toe van toe van objecten dat OZB-opbrengsten genereert. In onze ramingen verhogen we de verwachte structurele meeropbrengsten van deze groei mee. Vanaf 2019 gaan we als gevolg hiervan uit van een extra groei aan opbrengsten van 300 duizend euro.

17. Toeristenbelasting
De geraamde meeropbrengst van de verhoging van de toeristenbelasting bedraagt 400 duizend euro per jaar vanaf 2020. De nadere uitwerking volgt in de loop van 2019.

18. Verhoging dekkingsgraad tarieven
Voor zover tarieven niet kostendekkend zijn is het mogelijk om deze te verhogen. We schatten in dat we vanaf 2020 hiermee 400 duizend euro per jaar besparen. Bij het onderzoek kostendekkendheid tarieven zal verder worden ingegaan op de voorgestelde verhogingen.

19. Minder subsidies aan instellingen
Verschillende instellingen voeren in opdracht van de gemeente activiteiten uit waarvoor zij subsidie ontvangen. In 2020 besparen we 500 duizend en vanaf 2021 1 miljoen euro structureel. Deze besparing is administratief over de programma’s Onderwijs (Programma 3), Welzijn, Gezondheid en zorg (Programma 4), Sport en bewegen (Programma 5) en Cultuur (Programma 6) verdeeld en moet nog nader inhoudelijk ingevuld worden.

20. Binnenhalen subsidies voor SIF projecten
We verwachten dat we in 2021 circa 2 miljoen subsidie kunnen realiseren voor de SIF projecten.

21. Weerstandsvermogen
We streven aan het eind van de coalitieperiode naar een ratio van het weerstandsvermogen van 1,0. Gelet op de grote opgave accepteren we voor de kortere termijn een ratio van minimaal 0,8. Bij de inzet van het weerstandsvermogen wordt, naast deze ratio, ook gekeken naar de verhouding tussen harde reserves en niet direct beschikbaar weerstandsvermogen. De komende jaren zetten we een deel van weerstandsvermogen in. Voor 2019 is dit 15,247 miljoen euro. In 2020, 2021 en 2022 is de inzet van het weerstandsvermogen respectievelijk 1,793 miljoen euro, 3,648 miljoen euro en 1,782 miljoen euro.

22. Ruilmiddelen
Bij de dekkingsmogelijkheden houden we rekening met een ruil van incidentele met structurele middelen. We spelen incidentele middelen vrij die zijn bestemd voor investeringen door de kapitaallasten structureel te dekken in de begroting. In totaal gaat het om een bedrag van 30 miljoen euro. Dit bedrag zetten we in als incidentele dekking in 2019 en 2020. De structurele kapitaallasten bedragen 446 duizend euro in 2019 oplopend tot 1,35 miljoen euro vanaf 2020.

23. Herindelingsbudget
Een herindeling gaat gepaard met frictiekosten waarvoor we via het gemeentefonds een herindelingsbijdrage ontvangen. Voor het verzachten van de harmonisatie van tarieven voor niet-woningen zetten we een deel van dit budget in (2019: 650 duizend euro, 2020: 380 duizend euro en 2021: 110 duizend euro).

24. Areaaluitbreiding sociaal
Van het beschikbare budget voor areaaluitbreiding (sociaal) is bij het opstellen van de begroting 2018 voorgesteld om 328 duizend euro van het beschikbare budget van 878 duizend euro vrij te laten vallen. Daarmee resteert een structureel bedrag van 550 duizend euro per jaar voor areaaluitbreiding (sociaal). We schatten in dat van dit bedrag in 2019 nog eens 400 duizend euro kan vrijvallen en vanaf 2020 structureel 200 duizend euro.

25. Transformatiebudget GGD
Bij de verzelfstandiging van de GGD is een transformatiebudget beschikbaar gesteld. Vanaf 2021 valt het  transformatiebudget verzelfstandiging GGD in principe vrij. Dit betekent een besparing van 300 duizend euro vanaf 2021.

26. Incidentele vrijval weglekbudget
We hebben een jaarlijks budget beschikbaar voor het opvangen van bezuinigingen die weglekken via de doorrekening naar lagere tarieven. We verwachten dat dit budget voor de jaarschijf 2019 kan vrijvallen voor een bedrag van 1 miljoen euro.

27. Incidentele vrijval kapitaallasten niet gestarte projecten
Na het gereedkomen van een project wordt er gestart met afschrijven. In onze begroting houden we hiermee rekening door kapitaallasten te ramen. Wanneer projecten nog niet zijn gestart of later worden gerealiseerd kan naar verwachting een incidenteel bedrag vrijvallen van 2 miljoen euro in 2019.

28. Inzet rekeningresultaat 2018
Een deel van het resultaat bij de jaarrekening 2018 zetten we in als dekkingsbron voor de begroting. We houden rekening met een vrij besteedbaar resultaat van 4,413 miljoen euro dat we inzetten voor de begroting 2019.

29. Saldo financieel perspectief via AER ter dekking volgende jaren
Het uitgangspunt bij het opstellen van de begroting 2019 is het financiële meerjarenbeeld. Bij het saldo van het meerjarenbeeld houden we vervolgens met de genoemde financiële knelpunten en dekkingsbronnen. Voor 2019 en 2022 resulteert dit in een overschot van respectievelijk 4,887 miljoen euro en 1,353 miljoen euro. In 2020 en 2021 resulteert een tekort van respectievelijk 2,073 miljoen en 4,078 miljoen euro. De tekorten en overschotten verrekenen we met de AER (en zijn per saldo meerjarig neutraal).

ga terug