Uitgangspunten begroting

Financiële uitgangspunten

Financiële uitgangpunten ontwerpbegroting 2019

Nominale ontwikkelingen (stijging lonen en prijzen)

Nominale compensatie 2019

2,78%

Tarief stijgingspercentage 2019

2,50%

Rente

Rentepercentage nieuwe lang lopende leningen

1,75%

Rente omslag percentage (ROP)

2,00%

Rente omslag percentage grondexploitaties (ROP Grex)

2,01%

Rente percentage rekening courant faciliteit

0,00%

Rente percentage tegoedpositie derden (credit%

0,00%

Rente percentage schuldpositie derden (debet%)

0,40%

Nominale ontwikkelingen
De nominale ontwikkelingen geven weer wat de verwachte stijging van de lonen en de prijzen is.

  1.  Nominale compensatie 2019

Nominale compensatie 2019

Percentage

Factor

Percentage

Loon

3,13*%

80%

2,50%

Prijs

1,40%

20%

0,28%

Totaal

2,78%

* In de CAO met looptijd van 1 januari 2017 tot 31 december 2018 zit een salaris verhoging van 0,25% per 1 juli 2018. De directies hebben in 2018 structureel 0,125% (de helft omdat het geldt vanaf 1 juli 2018) gecompenseerd gekregen. In 2019 wordt de andere helft structureel gecompenseerd. In totaal is dan structureel 0,25% gecompenseerd.

De nominale compensatie is bedoeld om de koopkracht van de gemeentelijke budgetten op niveau te houden.
De compensatie is gebaseerd op een gewogen gemiddelde van de verwachte loon- en prijsontwikkeling voor het komende jaar. De loonkostenmutatie betreft het effect van de verwachte CAO gemeenteambtenaren en de verwachte sociale lastenmutatie. De prijsmutatie betreft de verwachte prijsmutatie materiële overheidsconsumptie IMOC (informatie via CPB). De gehanteerde loon-prijsverhouding is 80/20.

Loonontwikkeling
De huidige cao gemeenteambtenaren loopt tot 31 december 2018. De onderhandelingen voor de nieuwe cao gemeenteambtenaren vanaf 1 januari 2019 is nog gaande. Voor 2019 houden we in Groningen rekening met een verwachte salarisstijging van 2,0%.
Voor de sociale lasten 2019 hebben we rekening gehouden met een stijgingspercentage van 1,0%. Dit was gebaseerd op een landelijk verwachte stijging als gevolg van ontwikkelingen in ouderenregelingen en kinderopvang (0,5%), de verwachte ontwikkeling in de pensioenpremie van het ABP (0,25%) en overige ontwikkelingen in de sociale lasten (0,25%). In totaal houden we rekening met een verwachte loonontwikkeling van 3%.  
Eind juni 2018 maakte het ABP de voorlopige ABP premies 2019 bekend. Het verwachte % loonontwikkeling 2019 hebben we op basis van deze informatie niet aangepast. We nemen in de begroting 2019 een risico op voor een verwachte stijging van 1% voor het loongedeelte. Begin maart 2019 werd duidelijk dat de sociale lasten stijging 2019 ten opzichte van 2018 1,2% is in plaats van de opgenomen 1%.
De 1,2% stijging in 2019 nemen we mee bij opstellen van de begroting 2020. De actualisatie va de nominale compensatie 2019 ten opzichte van de begroting 2019 verwerken we in de voortgangsrapportages 2019.

Prijsontwikkeling
De prijsontwikkeling is gebaseerd op de prijsmutatie materiële overheidsconsumptie. Voor 2019 houden we conform de informatie van het Centraal Planbureau (CPB)  rekening met een prijsontwikkeling van 1,4 procent.

Dit leidt voor 2019 tot 2,78% voor de nominale compensatie:

Voor de jaren 2020, 2021en 2022 hanteren we op basis van de ramingen van het CPB voor de loonvoet overheid en prijsmutatie materiële overheidsconsumptie respectievelijk 2,86%, 2,44% en 2,86% aan.

  1.  Tarief stijgingspercentage 2019

De tarieven (waaronder de OZB) worden aangepast met de nominale ontwikkelingen gecorrigeerd met de nacalculaties over de twee voorgaande jaren. Het stijgingspercentage 2019 is zonder nacalculatie 2,78%. Dit percentage gecorrigeerd met de nacalculaties over 2017 (-0,08%) en 2018 (-0,20%) komt uit op 2,50%.

Stijging tarieven

 2019

totaal

Tariefstijging 2019

2,78%

Nacalculatie 2017 (1,80 i.p.v. 1,88)

-0,08%

Nacalculatie 2018 (3,01 i.p.v. 3,21)

-0,20%

Totaal tariefstijging 2019

2,50%

Rente

  1.  Rentepercentage nieuwe lang lopende leningen

In voorgaande jaren werd voor het bepalen van de renteprognose voor nieuw aan te trekken leningen uitgegaan van de tarieven voor contante 10 jarige fixe leningen. In de praktijk wordt vaak langer geleend, hetgeen gezien de huidige lage tarieven voor lange leningen zorgt voor een structurele lage lange rente.
Het actuele tarief (22 mei 2018) voor 15 jarige leningen aan gemeenten ligt tussen 1,50 en 1,60% en voor 25 jarige leningen tussen 1,80 en 1,90%. Wij hebben een rente van 1,75% voor de geprognosticeerde nieuwe leningen gehanteerd.

  1.  Rente omslag percentage (ROP)

In het treasurystatuut is voor het ROP de volgende omschrijving opgenomen:
Berekening van het ROP vindt plaats conform de BBV-voorschriften. Het percentage van deze omslagrente wordt bepaald uit het gewogen gemiddelde van de rentekosten op de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen, kredieten en beklemde reserves. Het ROP wordt vastgesteld met als uitgangspunt een verwacht resultaat van nul voor de komende vier jaren. De uitkomst van dit percentage van de omslagrente wordt naar boven afgerond op een veelvoud van 0,05%.

Het ROP 2019 is berekend met de bouwstenen van Haren, Ten Boer en Groningen. Voor de berekening van het rente omslag percentage is afgeweken van het treasurystatuut omdat bij de bepaling van het ROP is als uitgangspunt gehanteerd een verwacht resultaat van nul voor 2019 en niet een verwacht resultaat van nul voor 2019-2022. Dit sluit beter aan bij de huidige BBV regelgeving en geeft een realistischer beeld.

In het meerjarenbeeld is voor 2019 tot en met 2022 jaarlijks 750 duizend euro opgenomen als rente resultaat doordat we de lange financieringsbehoefte met kort geld financieren. Elk jaar worden deze bedragen bij de opstelling van het meerjarenbeeld voor de volgende begroting opnieuw beoordeeld.

Voorgaande jaren is de financiering ad 72 miljoen euro voor de bovenwijkse investeringen Meerstad opgenomen als projectfinanciering en niet opgenomen in de berekening van het ROP. Omdat de aangetrokken lening echter een veel kortere looptijd heeft ten opzichte van de bovenwijkse investeringen voldoet de lening niet aan de definitie projectfinanciering. Vanaf 2019 wordt de lening daarom opgenomen als concernfinanciering. Dit heeft een verhogend effect op het ROP. De rentelasten van de bovenwijkse voorzieningen gaan daarentegen omlaag. Deze rentelasten zijn de eerste jaren gedekt door een onttrekking aan de reserve grondzaken en in latere jaren opgenomen in het meerjarenbeeld. Als gevolg van de voorgestelde wijziging is de komende jaren de onttrekking aan reserve grondzaken omlaag gegaan en de jaren erna is het bedrag in het meerjarenbeeld verlaagd.

5. Rente omslag percentage grondexploitaties (ROP Grex)
Met ingang van 2016 gelden voor het vaststellen van de rekenrente voor het grondbedrijf (Grex rente) aanvullende regels. Rekening houdend met deze regels hanteren wij een rentetarief voor het grondbedrijf van 2,01%. Dit percentage is berekend aan de hand van de werkelijke rentelasten en de verwachte verhouding tussen vreemd vermogen en totaal vermogen per 1 januari 2019.

6. Rente percentage rekening courant faciliteit
7. Rente percentage tegoedpositie derden (credit%)
8. Rente percentage schuldpositie derden (debet%)
De korte rente is geheel 2018 steeds zeer laag geweest. De rente voor leningen met een looptijd tot 1 jaar was zelfs het grootste deel van het jaar negatief. Voor 2019 wordt geen rentestijging verwacht. Wij begroten nul procent over onze rekening courant positie bij banken. De vergoeding op kortlopende tegoeden van derden bij de gemeente is daarom teruggebracht tot 0%. Over schuldposities van derden bij de gemeente wordt 0,40% geprognosticeerd.

ga terug