Wij hebben jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen zoals wachtgelden, pensioenen van huidig en voormalig personeel (zoals oud-wethouders en burgemeesters). Deze kosten moeten wij jaarlijks meenemen bij het opstellen van de begroting. Als we onverwachte uitgaven verwachten, dan maken we hier een voorziening voor.
WW-conforme uitkeringen en bovenwettelijke WW-uitkeringen (vervangen wachtgeld)
Sinds 1 januari 2001 kunnen ambtenaren aanspraak maken op een bovenwettelijke WW-conforme uitkering voor de duur van de werkloosheid. Sinds 1 juli 2008 zijn de uitkeringen qua duur en hoogte versoberd, dit geldt dus bij ontslagen van na die periode. Wij verwachten in 2019 geen tot een geringe stijging van deze kosten. Deze kosten nemen we mee in de post voormalig personeel gemeente Groningen. Een onzekere factor voor 2019 is de verandering die in CAR/UWO is opgenomen en doorgevoerd moet worden in de ARG in verband met de correctie derde ziektejaar.
Wachtgelden en pensioenen wethouders
De jaarlijks soms aanzienlijke fluctuatie in verplichtingen door mogelijke (tussentijdse) wethouders-wisselingen is een belangrijke wegingsfactor voor pensioenen en wachtgelden wethouders. Het betreft verder wisselingen binnen een relatief kleine groep; de jaarlijkse schommelingen in de verplichtingen in verband met pensioenen en wachtgelden van wethouders kunnen aanzienlijk zijn. Daar de pensioenen van de wethouders na 2007 zijn verzekerd bij Loyalis hebben wij hiervoor geen voorziening gevormd; de jaarlijkse pensioenpremies worden als last in de exploitatie verantwoord. Voor pensioenen van voor 2007 is wel een voorziening ingesteld. De verwachte wachtgelden worden als kosten meegenomen in de begroting 2019. Een onzekere factor hierbij is het eventuele nieuwe College eind 2018 en de gevolgen van de herindeling per 1-1-2019. De uitkeringslasten van de oud-wethouders
Van Haren en Ten Boer komen in 2019 ten laste van de nieuwe gemeente Groningen
Levensloopregeling
De levensloopregeling biedt mogelijkheden om voor (onbetaald) verlof te sparen. Uitgangspunt is dat de deelnemer zelf spaart voor het verlof. De werkgever dient aan elke medewerker (ook niet-deelnemers aan de levensloopregeling) jaarlijks een “levensloopbijdrage” uit te betalen, ten bedrage van 1,5% van het geldende jaarsalaris, met een minimum van 400 euro. De kosten van deze bijdrage zijn constant en worden als kosten in de begroting geraamd. In 2019 is dit een van de bronnen van het Individueel Keuzebudget. De levensloopregeling is beëindigd per 01-01-2012. Werknemers die op 31-12-2011 3.000 euro of meer hadden opgebouwd kunnen tot aan het einde van het dienstverband gebruik blijven maken van de levensloopregeling.
Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA)
De gemeente Groningen is per 1 januari 2008 eigenrisicodrager geworden in het kader van de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Hiertoe is besloten omdat de instroom van medewerkers in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) in de gemeente Groningen laag is. De uitvoering van de WGA is vervolgens in 2008 door de gemeente zelf ter hand genomen. Door het eigen risico-dragerschap mag de gemeente, indien er hoge instroom in de WGA plaats vindt, de helft van de WGA-lasten verhalen op de werknemers. In 2015 is besloten dat er tot 2020 geen verhaal in het kader van de WGA op de werknemers plaatsvindt omdat de lasten van de bijdrage zeer gering zijn.
Verlofstuwmeer
Verlofstuwmeren ontstaan door niet opgenomen verlofuren van ambtenaren jaar in jaar uit mee te nemen naar het volgende jaar. De financiële gevolgen van het toekennen en opnemen van verlof moeten gerekend worden tot de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen.
Aan het eind van 2018 vervalt het wettelijk verlof van 2016 en 2017. Vanwege de omvang van de gemeente Groningen mogen zulke verplichtingen beschouwd worden als van een jaarlijks vergelijkbaar volume. Hierdoor hoeven wij hier geen voorziening in te stellen.