Paragraaf 6 Verbonden partijen

Enexis Holding/Belang elektriciteitsproductie EPZ

Enexis Holding/Belang elektriciteitsproductie EPZ

Enexis Holding NV (netwerkbedrijf), Attero Holding NV (voorheen Essent Milieu) en Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV (EPZ Borssele)

Rechtsvorm

Naamloze vennootschap en Besloten vennootschap

Vestigingsplaats

Doelstelling en openbaar belang

Het publieke belang van deze twee deelnemingen betreft het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water.

Relatie met programma

Economie en werkgelegenheid

Deelnemende partijen

Van het totaal 2.000.000 aandelen bezit de gemeente Groningen 23.736 aandelen. Dit is 1,1868 %. Diverse gemeenten en provincies zijn aandeelhouder.

Bestuurlijk belang

Een collegelid vertegenwoordigt gemeente in AvA Enexis Holding
Een lid van het college vertegenwoordigt de gemeente Groningen in de aandeelhoudersvergadering van CBL Vennootschap en Claim staat vennootschap.

Financieel Belang

De gemeente Groningen heeft 1,1868% van de aandelen in Enexis.

Enexis Holding NV
Het eigen vermogen op 1 januari 2018 was 3.808 miljoen euro en bedraagt op 31 december 2018 4.024  miljoen euro. Het vreemd vermogen op 1 januari 2018  3.860  miljoen euro en op 31 december 2018  3,691  miljoen euro.
Financieel resultaat over 2018  bedraagt 319 miljoen euro.

Beleidsrisico’s in relatie tot de verbonden partij
De aandeelhouders lopen zeer beheerst geachte risico’s op Enexis voor de niet -tijdige betaling van rente en/of aflossing en, in het ergste geval, faillissement van Enexis en voor het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de vennootschap.

Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag 20 duizend euro), art 2.:81 BW.

Relevante beleidsinformatie
Het publieke belang van deze drie deelnemingen betreft het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water.

Met de verkoop van de aandelen van Essent BV in 2009 is de Gemeente Groningen voor 1,18% direct aandeelhouder geworden van Enexis Holding N.V., Attero Holding N.V. (verkocht in 2014 aan Waterland), Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV (verkocht in 2011), CBL Vennootschap BV, Claim Staat Vennootschap BV, Vordering op Enexis BV en Verkoop Vennootschap BV.

Op dit moment resteert alleen nog de lening van de 4e tranche. De 4e tranche wordt in 2019 afgelost .
Naar verwachting zal de vennootschap eind 2019/begin 2020 geliquideerd kunnen worden.

a. CBL Vennootschap B.V.

Doelstelling:
De functie van deze vennootschap was de verkopende aandeelhouders van energiebedrijf Essent te vertegenwoordigen als medebeheerder (naast RWE, Essent en Enexis) van het CBL Escrow Fonds en te fungeren als "doorgeefluik" voor betalingen in en uit het CBL Escrow Fonds.

Voor zover na beëindiging van alle CBL’s (CBL: Cross Border Leases) en de betaling uit het CBL Escrow Fonds van de daarmee corresponderende voortijdige beëindigingvergoedingen nog geld was overgebleven in het CBL Escrow Fonds, is het resterende bedrag in de verhouding 50%-50% verdeeld tussen RWE en verkopende aandeelhouders.

Beleidsvoornemens:
Het initieel vermogen in het CBL Escrow Fonds was bij de oprichting van het fonds in 2009, $ 275 mln.

Eind juni 2016 is het CBL Escrow Fonds geliquideerd. Het restantbedrag is volledig uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang in de vennootschap.

Ondanks dat het CBL Escrow fonds in juni 2016 is geliquideerd, dient de vennootschap als gevolg van contractuele verplichtingen nog in stand gehouden te worden. Het bestuur van de vennootschap is in overleg met de andere contractuele partijen om na te gaan wanneer de contractuele verplichtingen voortijdig kunnen worden beëindigd en de vennootschap vervolgens kan worden geliquideerd.  

Financiële risico’s:
Met de liquidatie van het CBL Escrow Fonds is alleen nog sprake van een risico en daarmee aansprakelijkheid voor de verkopende aandeelhouders ter hoogte van het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de vennootschap (De gemeente Groningen loopt hier geen risico, behalve over het werkkapitaal).
Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de verkopende aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag 20 duizend euro, art 2.81 BW.

In 2017 heeft een agio uitkering plaatsgevonden van 622 duizend euro.

Het eigen vermogen op 1 januari 2017 was 787 duizend euro en bedraagt op 31 december 2017 145 duizend euro. Het vreemd vermogen op 1 januari 2017 148 duizend euro en op 31 december 2017 8 duizend euro.

Het resultaat 2017 bedraagt 20 duizend euro (verlies)

De vennootschap zal pas in 2019 kunnen worden geliquideerd.

b. Vordering Enexis B.V.

Doelstelling:
Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland werd Essent per 30 juni 2009 gesplitst in een netwerkbedrijf (later Enexis) enerzijds en een productie- en leveringsbedrijf (het deel dat verkocht is aan RWE) anderzijds. Essent heeft eind 2007 een herstructurering doorgevoerd waarbij de economische eigendom van de gas- en elektriciteitsnetten binnen de Essent-groep zijn verkocht en overgedragen aan Enexis tegen de geschatte fair market value. Omdat Enexis destijds over onvoldoende contante middelen beschikte om de koopprijs hiervoor te betalen is deze omgezet in een lening van Essent.

De vordering is vastgelegd in een lening-overeenkomst bestaande uit vier tranches, waarvan de eerste drie tranches reeds zijn afgelost. Het aandeel van de Gemeente Groningen is 5,9 miljoen euro. Het resterende bedrag van 350 miljoen euro wordt in 2019 afgelost.

Het eigen vermogen op 1 januari 2017 was 24 duizend euro en bedraagt op 31 december 2017 17 duizend. Het vreemd vermogen op 1 januari 2017 356 miljoen euro en op 31 december 2017 357 miljoen euro.

Het resultaat 2017 bedraagt 15 duizend (verlies)

c. Verkoop vennootschap B.V.

Doelstelling:
In het kader van de verkoop in 2009 van Essent aan RWE hebben de verkopende aandeelhouders een aantal garanties en vrijwaringen gegeven aan RWE. Het merendeel van deze garanties en vrijwaringen is door de verkopende aandeelhouders overgedragen aan Verkoop Vennootschap.

Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst door de verkopende aandeelhouders gedurende een bepaalde tijd in het General Escrow Fonds werd aangehouden.

Daarmee was de functie van Verkoop Vennootschap B.V. dus tweeërlei:
1.Namens de verkopende aandeelhouders eventuele garantieclaim procedures voeren tegen RWE;
2.Het geven van instructies aan de Escrow agent (JP Morgan) wat betreft het beheer van het bedrag dat in het General Escrow Fonds is gestort. Het General Escrow Fonds wordt belegd conform de FIDO/RUDDO-regels, die gelden voor decentrale overheden.

Het vermogen in het General Escrow Fonds was bij de oprichting van het fonds in 2009, 800 miljoen euro.

Voor zover na beëindiging van alle claims van RWE en de betaling uit het General Escrow Fonds nog geld was overgebleven in het General Escrow Fonds, is het resterende bedrag uitgekeerd aan de verkopende aandeelhouders.

Beleidsvoornemens:
Het initieel vermogen in het General Escrow Fonds was bij de oprichting van het fonds in 2009, 800 miljoen euro.

Eind juni 2016 is het General Escrow Fonds geliquideerd. Het restantbedrag is volledig uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang in de vennootschap.

Ondanks dat het General Escrow fonds in juni 2016 is geliquideerd, dient de vennootschap als gevolg van contractuele verplichtingen nog in stand gehouden te worden. Het bestuur van de vennootschap is in overleg met de andere contractuele partijen om na te gaan wanneer de contractuele verplichtingen voortijdig kunnen worden beëindigd en de vennootschap vervolgens kan worden geliquideerd.

Financiële risico’s:
Met de liquidatie van het General Escrow Fonds is alleen nog sprake van een risico en daarmee aansprakelijkheid voor de verkopende aandeelhouders ter hoogte van het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de vennootschap.
Het financiële risico is na de liquidatie van het General Escrow Fonds relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag 20 duizend euro), art 2.:81 BW.

In 2017 is een uitkering geweest van 1.025 miljoen euro.

Het eigen vermogen op 1 januari 2017 was 1,2 miljoen euro en bedraagt op 31 december 2017 153 duizend euro. Het vreemd vermogen op 1 januari 2017 37 duizend euro en op 31 december 2017 20 duizend euro.

Het resultaat 2017 bedraagt 65 duizend euro (verlies)

d. CSV Amsterdam B.V.

Doelstelling:
Op 9 mei 2014 is de naam van Claim Staat Vennootschap B.V. gewijzigd in CSV Amsterdam B.V. De statuten zijn gewijzigd, zodat de nieuwe organisatie nu drie doelstellingen vervult:

a. namens de verkopende aandeelhouders van Essent een eventuele schadeclaimprocedure voeren tegen de Staat als gevolg van de WON;
b. namens de verkopende aandeelhouders eventuele garantieclaim procedures voeren tegen RECYCLECO B.V. (“Waterland”);
c. het geven van instructies aan de Escrow-agent voor wat betreft het beheer van het bedrag dat op de Escrow-rekening naar aanleiding van de verkoop Attero is gestort.

ad.a
In februari 2008 is Essent, met toestemming van de publieke aandeelhouders, een procedure begonnen tegen de Staat der Nederlanden waarin zij een verklaring voor recht vragen dat bepaalde bepalingen van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) onverbindend zijn. Als gevolg van de WON (en de als gevolg daarvan doorgevoerde splitsing tussen het productie- en leveringsbedrijf enerzijds en netwerkbedrijf anderzijds) hebben haar aandeelhouders schade geleden. Vanwege praktische moeilijkheden om de juridische procedure aan de verkopende aandeelhouders van Essent over te dragen, hebben de verkopende aandeelhouders en RWE afgesproken dat de onderliggende (declaratoire) procedure over de vraag of (delen van) de WON onverbindend zijn, ook na afronding van de transactie met RWE, door Essent zal worden gevoerd. De verkopende aandeelhouders en RWE zijn verder overeengekomen dat de eventuele schadevergoedingsvordering van Essent op de Staat der Nederlanden die zou kunnen ontstaan als de rechter inderdaad van oordeel is dat (delen van) de WON onverbindend is, wordt gecedeerd aan de verkopende aandeelhouders (en dus niet achterblijft bij Essent), die deze vordering gebundeld zullen gaan houden via de deelneming (de Claim Staat Vennootschap B.V.).

De WON leidde ertoe dat het productie- en leveringsbedrijf enerzijds en het netwerkbedrijf anderzijds gesplitst moesten worden. De Rechtbank te 's-Gravenhage heeft de vordering van Essent in eerste instantie afgewezen. Essent is tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan. In juni 2010 heeft het Gerechtshof in Den Haag de WON onverbindend verklaard. De Staat is tegen de uitspraak in cassatie gegaan bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft pre justitiële vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie. Het Europese Hof van Justitie heeft een reactie gegeven aan de Hoge Raad een uitspraak doen. De Hoge Raad heeft na reactie van het Europese Hof op 26 juni 2015 jl. uitspraak gedaan.
De Hoge Raad heeft besloten dat de Splitsingswet niet in strijd is met het recht van de Europese Unie. Met deze uitspraak van de Hoge Raad zijn de vorderingen van Essent op de Staat definitief afgewezen. Voor de vennootschap is de procedure daarmee geëindigd.

ad. b
In juni 2017 is een compromis bereikt tussen Waterland en de vennootschap voor een bedrag van 5,5 miljoen euro over de belastingclaims tot en met de periode waarin Attero integraal onderdeel, als Essent Milieu, uitmaakte van de Essent-organisatie. Het bedrag is betaald uit het Escrow fonds van 13,5 miljoen euro. Daarnaast is door Attero een bedrag betaald aan de vennootschap van 3,4 miljoen euro voor de (eventuele) belastingteruggaven over deze periode. Het bedrag is toegevoegd aan de overige reserves van de vennootschap.

ad. c
Het resterend vermogen op de Escrow-rekening is 8,035 miljoen euro. De Escrow-rekening wordt aangehouden bij de notaris. De verkopende aandeelhouders en Waterland zijn niet zonder meer gerechtigd tot het voornoemde bij een notaris in Escrow gestorte bedrag. De verkopende aandeelhouders en Waterland hebben enkel een voorwaardelijke aanspraak op dat bedrag. Zodra aan de in de Escrow overeenkomst opgenomen voorwaarden is voldaan, zal de notaris het desbetreffende bedrag betalen aan hetzij de CSV Amsterdam B.V. (ten gunste van de verkopende aandeelhouders van Attero), hetzij aan Waterland. Het in Escrow gestorte bedrag maakt geen onderdeel van de balans van CSV Amsterdam B.V.

Beleidsvoornemens:
De looptijd van deze vennootschap is afhankelijk van de periode dat claims worden afgewikkeld. Eventuele claims kunnen door Waterland tot 5 jaar na completion (mei 2019) worden ingediend.
Na afwikkeling van deze eventuele claims van Waterland zal de Escrow-rekening kunnen worden opgeheven en het restant op deze rekening kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang.

Naar verwachting zal de vennootschap eind 2019/begin 2020 kunnen worden geliquideerd.

Financiële risico’s:
Het financiële risico is beperkt tot eventuele claims van Waterland als gevolg van garanties en vrijwaringen die door de verkopende aandeelhouders zijn afgegeven en tot het maximale bedrag van 13,5 miljoen euro op de Escrow-rekening. Momenteel is er een bedrag van 5,5 miljoen euro uitbetaald aan Waterland ten laste van de Escrow-rekening, en is er een bedrag van 3,4miljoen euro terugbetaald door Waterland in verband met belastingteruggave. De terugbetaling is niet verrekend met de Escrow, waardoor het risico nu is afgenomen tot een maximum van 8,0 miljoen euro en voor het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de vennootschap.
Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag 20 duizend euro), art 2.:81 BW.

In 2017 is een uitkering geweest ter grootte van 2,229 miljoen euro.

Het eigen vermogen op 1 januari 2017 was 3,2 miljoen euro en bedraagt op 31 december 2017 870 duizend euro. Het vreemd vermogen op 1 januari 2017 170 duizend euro en op 31 december 2017 60 duizend euro.

Het resultaat 2017 bedraagt 110 duizend euro (verlies).

e. Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V.
Doelstelling:
Onderdeel van Essent in 2009 bij de verkoop aan RWE, was het 50% aandeel in N.V. Elektriciteit Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ), onder andere eigenaar van de kerncentrale in Borssele.

Het bedrijf Delta N.V. (destijds 50% aandeelhouder, nu 70% aandeelhouder) heeft de verkoop van dit bedrijfsonderdeel van Essent aan RWE in 2009 bij de rechter aangevochten. Als consequentie op deze gerechtelijke procedure is in 2009 het 50% belang van Essent in EPZ tijdelijk ondergebracht bij Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. (PBE).

In 2010 is op gezamenlijk initiatief van de aandeelhouders van PBE en de provincie Zeeland als belangrijkste aandeelhouder van Delta N.V. een bemiddelingstraject gestart om het geschil tussen partijen op te lossen.
In 2011 is dit bemiddelingstraject succesvol afgerond. Op 30 september 2011 is, 2 jaar na de verkoop van de aandelen Essent, het 50% belang in EPZ alsnog geleverd aan RWE.

PBE is blijven bestaan met een beperkt takenpakket. PBE wikkelt de zaken af die uit de verkoop zijn voortgekomen. Daarnaast is PBE-verplichtingen aangegaan in het kader van het Convenant Borging Publiek Belang Kerncentrale Borssele uit 2009. Hiermee is een termijn van 8 jaar na verkoop gemoeid.

Na een statutenwijziging in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 14 december 2011 is de inrichting van PBE aangepast naar de status van een SPV, vergelijkbaar met onder andere Verkoop Vennootschap B.V.

Conform de koopovereenkomst kon RWE tot uiterlijk 30 september 2015 potentiële claims indienen ten laste van het General Escrow Fonds (zie Verkoop Vennootschap B.V.). RWE had op 30 september 2015 geen potentiële claims ingediend met betrekking tot verkoop van het 50% belang in EPZ.
Het General Escrow Fonds is in juli 2016 geliquideerd en uitgekeerd aan de aandeelhouders.

Beleidsvoornemens:
Ondanks dat het General Escrow fonds in juni 2016 is geliquideerd, dient de vennootschap als gevolg van contractuele verplichtingen nog in stand gehouden te worden. Het bestuur van de vennootschap is in overleg met de andere contractuele partijen om na te gaan wanneer de contractuele verplichtingen voortijdig kunnen worden beëindigd en de vennootschap vervolgens kan worden geliquideerd.

Financiële risico’s:
Met de liquidatie van het General Escrow Fonds is alleen nog sprake van een risico en daarmee aansprakelijkheid voor de verkopende aandeelhouders ter hoogte van het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de vennootschap.
Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag 1,5 miljoen euro) (art 2.:81 BW).

Het eigen vermogen op 1 januari 2017 was 1,6 miljoen en bedraagt op 31 december 2017 1,6 miljoen euro. Het vreemd vermogen op 1 januari 2017 51 duizend euro en op 31 december 2017 11 duizend euro.

Het resultaat 2017 bedraagt 22 duizend euro (verlies)

ga terug