Programma 12 College, raad en gebiedsgericht Werken

Financiële risico's

Deze risico's hebben betrekking op meerdere programma's. Wij hebben ervoor gekozen ze op dit programma te plaatsen.

Naam risico

Niet halen bezuinigingen

Programma

Alle programma's

Omschrijving

Om het tekort in het meerjarenbeeld 2014-2021 op te lossen is bij de begrotingen tot en met 2017 een pakket aan bezuinigingsmaatregelen opgesteld van gemiddeld 20 miljoen euro euro. We moeten er rekening mee houden dat we niet alle voorgenomen bezuinigingen volledig en/of in het gewenste tempo realiseren. We hebben bij de begroting 2019 het risico van elke bezuinigingsmaatregel afzonderlijk beoordeeld. Het risico komt daarmee in 2019 op 4,4 miljoen euro euro. In de jaren 2020-2022 ligt het risico net onder de 6,0 miljoen euro. Bij het bepalen van het risico is per maatregel rekening gehouden met de kans van optreden. Voor de bepaling van het benodigd weerstandsvermogen wordt de uitkomst daarom volledig (=100%) meegenomen. 

In het nieuwe coalitie akkoord zijn twee taakstellingen opgenomen die in de komende jaren moet worden gerealiseerd. Het gaat om een taakstelling op het niet volledig doorgeven van loon- en prijsontwikkelingen en een taakstelling op het verminderen van taken. De taakstellingen lopen op naar 9,7 miljoen euro in 2022 (3,6 miljoen euro in 2020 en 6,5 miljoen euro in 2021).

Taakstelling loon- en prijsstijgingen
In het coalitieakkoord is afgesproken voor een periode van 3 jaar geen volledige loon- en prijscompensatie toe te passen. Dit leidt tot een efficiency taakstelling op de organisatie van 1,6 miljoen euro in 2020, 3,0 miljoen euro in 2021 en 4,7 miljoen euro vanaf 2022. Gelet op de nog openstaande taakstellingen op de organisatie, is een nieuwe taakstellingen moeilijker te realiseren. We houden daarom rekening met een risico van 50% van de omvang van de taakstelling.

Taakstelling organisatie – taken
Daarnaast is in coalitieakkoord een bezuinigingstaakstelling op taken opgenomen (2 miljoen euro in 2020, 3,5 miljoen euro in 2021 en 5,0 miljoen euro vanaf 2022). De invulling hiervan moet nog worden bepaald. In het weerstandsvermogen houden we rekening met een risico dat in 2020 en 2021 niet alle bezuinigingen direct gerealiseerd kunnen worden (voor 2020 50% en 2021 25% van de taakstelling).

Risicobedrag 2019

4,4 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

9,5 miljoen euro incidenteel

Kans 2020

50%-100%

Risicobedrag 2021

12,2 miljoen euro

Kans 2021

25%-100%

Risicobedrag 2022

10,3 miljoen euro

Kans 2022

50%-100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signalerings-moment

Begroting 2014

Actie

We sturen actief op realisatie van de maatregelen.

Naam risico  

Risico verstrekte leningen en garanties

Programma

Divers

Omschrijving

In het Treasurystatuut staat dat de verstrekking van leningen of garanties aan derden alleen is toegestaan vanuit de publieke taak. Het verstrekken van een lening of het afgeven van een garantie leidt voor de gemeente tot een risico dat de derde niet aan de verplichtingen kan voldoen. Gemiddeld genomen houden we rekening met een risico van 8% van de omvang van de lening/ garantie. Per geval wordt het risico afzonderlijk beoordeeld een gewaardeerd.
In dit risico zijn alle aan verstrekte leningen / garanties opgenomen.

Lening Euroborg
De Euroborg NV heeft één huurder, waardoor het risico bestaat dat de Euroborg NV niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen richting de gemeente Groningen. De omvang van het risico is gebaseerd op de omvang van de lening van de gemeente aan Euroborg NV vermindert met de taxatiewaarde.

Lening Topsportzorgcentrum
We hebben een lening verstrekt aan de NV Euroborg voor het realiseren van het Topsportzorg centrum Bij het realisatiebesluit Topsportzorgcentrum hebben we aangegeven dat deze lening niet leidt tot een noodzaak het gemeentelijk weerstandsvermogen aan te vullen. De omvang van de lening is niet hoger dan de executiewaarde van het stadion (=70% van de investeringssom). Uit het meest recent gedeelde kastroom overzicht van Euroborg NV, blijkt dat het TsZC afgelost kan zijn in 2023 (bij gelijkblijvende renteverwachtingen). Gezien de courantheid van het gebouw en de langjarige huurcontracten met o.a. VNO-NCW/MKB-Noord, geven ook de actuele ontwikkelingen geen aanleiding voor deze lening weerstandsvermogen aan te houden.

Lening Warmtestad
Het risico van de lening aan Warmtestad is meegenomen in het risico gemeentelijk aandeel
Warmtestad.

Verstrekte leningen Haren
De gemeente Haren heeft in het verleden een garantie afgegeven op een door de gemeente overgedragen leningen portefeuille van circa 2,5 miljoen euro. Daarnaast heeft de gemeente Haren nog circa 0,9 miljoen euro aan geldleningen uitstaan. Bij het bepalen van het risico houden we rekening met een kans van optreden van 10%. Het risico komt hiermee op 0,3 miljoen euro.

Lening zwembad Scharlakenhof
De gemeente Haren heeft een lening van 0,7 miljoen euro verstrekt aan de stichting die zwembad Scharlakenhof exploiteert. De restant-hoofdsom van de lening bedraagt 0,4 miljoen euro. De aflossing over 2018 moet nog ontvangen worden. In verband met de opschorting van de subsidie in verband met het niet voldoen aan een subsidievoorwaarde (leveren jaarrekening met accountantsverklaring) kunnen de aflossing en rente op de verstrekte lening niet worden verrekend met de subsidie. Aangezien de in rekening gebrachte aflossings- en rentebedragen ook niet door betaling zijn voldaan, is er een betalingsachterstand ontstaan. Het risico op oninbaarheid is daardoor toegenomen.
We schatten het risico hoog in en hanteren een kans van 75%  Het risico komt hiermee op 300 duizend. Bij ontvangen aflossingen van de stichting vermindert het risico.

Verstrekte garanties Ten Boer
De gemeente Ten Boer heeft een garantie verstrekt aan de Stichting Biblionet. Voor het bepalen van de omvang van het risico houden we rekening met de omvang van de verstrekte garantie van 884 duizend en een kans van 25%.

Garantie op leningen van GEM Haren Noord
Het risico is afzonderlijk opgenomen (onderdeel ruimtelijk domein)

De omvang van de hierboven genoemde leningen waarvoor een risico is opgenomen bedraagt 11,4 miljoen euro euro. Rekening houdend met de kans van optreden houden we rekening met een risico van 2,6 miljoen euro. Door aflossingen neemt dit de komende jaren met circa 0,2 miljoen euro af.

Risicobedrag 2019

2,6 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

2,4 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

2,2 miljoen euro

Kans 2021

100%

Risicobedrag 2022

2,1 miljoen euro

Kans 2022

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2006

Actie

Met het aflossen van de leningen, loopt het risico jaarlijks terug.
Als enig aandeelhouder van de Euroborg NV monitoren wij de NV. Daarnaast houden we toezicht op de financiële situatie bij de huurder van het stadion (FC Groningen). Hiertoe bespreken we twee keer per jaar de stand van zaken met de directie van FC Groningen.
Ter beheersing van het risico van de verstrekte lening aan het zwembad Scharlakenhof hebben we een extern toezichthouder gevraagd toezicht te houden op de financiële situatie van het zwembad.

Naam risico  

Risico vastgoed

Programma

Divers

Omschrijving

In dit risico zijn diverse risico’s op het gebied van vastgoed opgenomen.

Niet verkopen panden voor dekking kapitaallasten VMBO Noord-oost / west
De raad besloot op 29 september 2010 vijf percelen te verkopen en de opbrengst (geraamd op 6,1 miljoen euro euro) in te zetten voor de dekking van kapitaallasten van de nieuw gerealiseerde vmbo-scholen. Van de 6,1 miljoen euro moet nog  1 miljoen euro worden gerealiseerd. De dekking van de kapitaallasten van 61 duizend is daarmee nog niet gerealiseerd en wordt als risico meegenomen.

Lagere opbrengst te verkopen vastgoed
De gemeente Haren hield rekening met een risico dat de boekwaarde van het te verkopen vastgoed niet kan worden terugverdiend. Het risicobedrag is bepaald op 20% van de boekwaarde (35.000) met een kans van 25%.

Waardering gemeentehuis Haren en Ten Boer
Het gemeentehuis in Haren heeft een relatief hoge boekwaarde (boven de 10 miljoen euro). Zolang het maatschappelijk vastgoed blijft hoeft deze boekwaarde niet te worden verlaagd. Indien (een deel van) de bestemming wordt gewijzigd naar een bedrijfseconomische functie, zal de boekwaarde verlaagd moeten worden. Vooralsnog is daarvan geen sprake, daarom houden we rekening met een pm risico.
De boekwaarde van het gemeentehuis in Ten Boer ligt boven de marktwaarde. Bij verkoop of functieverandering zal het noodzakelijk zijn de waarde naar beneden bij te stellen. Omdat er een relatie ligt met een bezuinigingstaakstelling op het gemeentehuis, houden we hier wel rekening met een risico van 230.000 (en een kans van optreden van 50%).

Boerderij en woning Woldwijk
Bij de verwerving van de gronden Woldwijk in 2006/2007 zijn ook de boerderij en bijbehorende woning gekocht. We houden rekening met een risico voor het  200.000 met een kans van 30%.  
De openbare basisschool De Lessenaar te Ten Post is in 2014 gesloten, waardoor het gebouw is teruggevallen naar de gemeente. Voor het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen houden we rekening met een risico van 50.000 met een kans van 30%.
Meerweg
De aanleg van de infrastructuur is in 2015 afgerond. De gemeente loopt nog een risico bij de verkoop van gronden aan particuliere ontwikkelaars. Het risico is bepaald op 20% van de boekwaarde (87.000) en een kans van 25%.

Risicobedrag 2019

61 duizend euro structureel
602 duizend euro incidenteel

Kans 2019

75%
25%-30%

Risicobedrag 2020

61 duizend euro structureel
602 duizend euro incidenteel

Kans 2020

75%
25%-30%

Risicobedrag 2021

61 duizend euro structureel
602 duizend euro incidenteel

Kans 2021

75%
25%-30%

Risicobedrag 2022

61 duizend euro structureel
602 duizend euro incidenteel

Kans 2022

75%
25%-30%

Structureel/Incidenteel

Structureel en incidenteel

1e signalerings-moment

Augustus 2014

Actie

Dekking van de resterende kapitaallasten voor het VMBO wordt momenteel gevonden binnen het budget onderwijshuisvesting. Dat kan alleen zolang er nog reserve is. De reserve staat wel onder druk

Naam risico  

Fiscale risico’s

Programma

Alle programma's

Omschrijving

Vennootschapsbelasting
Vennootschapsbelasting is een belasting die wordt geheven over de fiscale winst welke door een onderneming is behaald. Met ingang van 1 januari 2016 is de gemeente Vennootschapsbelastingplichtig bij economische activiteiten waarbij de gemeente in concurrentie treedt (of kan treden) met de markt en daarmee winst behaald. Van deze activiteiten zal de fiscale winst moeten worden bepaald. De gemeente doet voor alle activiteiten die fiscaal als onderneming worden aangemerkt gezamenlijk één aangifte. Daardoor kunnen verliezen bij één onderneming worden gesaldeerd met winsten van andere ondernemingen. Indien geconsolideerd een winst wordt behaald dient maximaal 25% vennootschapsbelasting worden betaald. De gemeente Groningen heeft ter voorbereiding op de invoering haar Vpb activiteiten in beeld gebracht en heeft ondersteund door externe fiscale deskundigheid een inschatting gemaakt van de Vpb effecten. Binnen de organisatie hebben we de relevante systemen ingericht en zijn processen beschreven. Hiermee borgen we dat nieuwe activiteiten worden getoetst op mogelijke Vpb effecten. 
Op grond van deze inventarisaties hebben we onze aanvankelijke inschattingen van te betalen Vpb voor de grondexploitaties, het parkeerbedrijf, Stadsbeheer en overige gemeentelijke activiteiten nader aangescherpt.
De grootste verwachte gevolgen komen uit het parkeerbedrijf en de grondexploitatie  Meerstad. Samen met een externe fiscalist hebben we de consequenties voor de grondexploitaties en het parkeerbedrijf in beeld gebracht. Er hebben in 2016 gesprekken plaatsgevonden met de belastingdienst over de aanpak en gemaakte keuzes. Voor het Parkeerbedrijf verwachten wij geen fiscale winst. Voor Meerstad wordt op langere  termijn wel een fiscale winst verwacht. De juridische constructie van Meerstad (CV/BV) maakt dat Meerstad moet worden opgenomen in de aangifte VPB van de gemeente Groningen.Voor de aangifte over het boekjaar 2016 is uitstel aangevraagd. We verwachten als gemeente in totaliteit geen VPB te hoeven betalen in de eerst jaren. Het risico bestaat echter dat de Belastingdienst anders zal oordelen over de feiten. Het is derhalve wel van belang om dit risico te blijven volgen. Voor de berekening van het weerstandsvermogen is het risico op 0 gezet.

Bij het bepalen van het weerstandsvermogen voor Haren werd rekening gehouden met een risico voor controles belastingdienst en een risico voor te betalen vennootschapsbelasting.
Voor mogelijke controles van de belastingdienst hield Haren rekening met een structureel  risico van 50.000 structureel met een kans van 50%. Voor de vennootschapsbelastingplicht voor werd rekening gehouden met een structureel risico van 200.000 met een kans van 75%.
Vooralsnog handhaven we deze risico’s. Bij de begroting 2020 maken we een nieuwe inschatting.

Wijziging in BTW regelgeving
Het Rijk gaat het Sportbesluit afschaffen per 2019. De kans op herziening van de BTW op oude investeringen lijkt klein omdat het kabinet heeft aangeven dat met het vervallen van het sportbesluit geen bezuiniging beoogt. Het gaat om een aanpassing naar Europese regels. De verwachting is daarom dat voor de wijziging van de sportvrijstelling een overgangsregeling komt voor bestaande situaties zodat geen herzienings-BTW hoeft te worden terugbetaald. Voor de BTW op de exploitatie komt een specifieke uitkering die voor 1 december 2018 voor de begroting van 2019 moet worden aangevraagd. Nadien zal worden afgerekend op basis van de jaarrekening (SiSa).  Het is nog niet helder of er structureel genoeg compensatie komt voor de extra (btw) kosten. Immers  er kan door de gemeenten veel meer worden aangevraagd dan beschikbaar (152 miljoen euro).

BTW-beschermingsbewind
Voor de uitvoering van beschermingsbewind aan klanten die geen recht hadden op een vergoeding uit de Bijzondere Bijstand, verwachten wij nog de BTW over de afgelopen vijf jaar te moeten afdragen. Het totaalbedrag aan nog af te dragen BTW op grond van de in rekening gebrachte kosten bedraagt 260.000. Het is nog niet bekend welk deel van deze groep gebruikt heeft gemaakt van beschermingsbewind omdat zij in een schuldsituatie verkeerden en daarvoor tot de doelgroep van schuldhulpverlening behoorden. In dat geval hoeft namelijk geen BTW afdracht plaats te vinden. We hebben een inschatting gemaakt en komen op een risico bedrag van 100.000 duizend euro met een kans van 75%. De belastingdienst mag over een periode van maximaal 5 jaar verrekenen. We gaan ervan uit dat belastingdienst haar onderzoek in 2019 afrondt.

Terugvordering BTW op re-integratietrajecten
De BTW op kosten voor re-integratietrajecten is vanaf de instelling van het BTW-compensatiefonds verrekend met de Belastingdienst. Naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank van 13 juli 2011 over het verrekenen van BTW op individuele re-integratieactiviteiten is sprake van een risico. In juni 2012 hebben wij informatie ontvangen dat de verrekening van btw wellicht voor een deel niet mogelijk is. Het niet verrekenbare deel zou mogelijk 2/3 deel uitmaken van het totaal.  Als uiteindelijk blijkt dat de BTW ten onrechte is verrekend met het BTW-compensatiefonds, kan dit betekenen dat een deel van de btw over de jaren 2012-2016 moeten worden terugbetaald. Het totaal verrekende bedrag over de genoemde periode bedraagt circa 2 miljoen euro.

In het land tekent zich het beeld af dat terugvordering waarschijnlijk niet aan de orde zal zijn omdat de belastingdienst daarvoor onvoldoende grond heeft. Dit wordt door de fiscalisten bevestigd. Wij streven ernaar om de afrekening met de belastingdienst in 2019 af te ronden, maar zijn daarbij afhankelijk van de snelheid waarmee de belastingdienst dit punt gaat oplossen. Het oorspronkelijke risicobedrag is verlaagd omdat bij afwikkeling in 2018 de jaren 2011 en 2012 verjaard zijn.
In middels heeft de Rechtbank Den Haag in november 2017 geoordeeld dat de BTW die drukt op de betreffende re-integratietrajecten wel volledig compensabel is. Volgens de rechtbank vormen de re-integratiekosten in beginsel geen kosten die betrekking hebben op individuele derden. Dat een re-integratietraject activiteiten bevat die gericht zijn op de uitkeringsgerechtigde maakt dat niet anders. Volgens de rechtbank kan een uitkeringsgerechtigde ook zonder re-integratie mogelijk baat hebben bij die activiteiten, zoals trajectbegeleiding, werknemersvaardigheden, nazorg en sociale activering, maar dat betekent niet dat de re-integratietrajecten niet zijn bestemd voor het eigen gebruik van de gemeente. De gemeente neemt de re-integratiediensten af met als doel de uitkeringsuitgaven te verlagen waarmee de collectiviteit van inwoners van de gemeente is gediend. De Belastingdienst heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van Rechtbank Den Haag. Zolang de procedure loopt noemen we het risico in de paragraaf weerstandsvermogen. We kunnen echter geen betrouwbare inschatting van het risico bedrag en kans van optreden maken. Daarom hebben we het risico voor de berekening van het weerstandsvermogen op 0 gezet.  

Risicobedrag 2019

100 duizend euro structureel
250 duizend euro incidenteel

Kans 2019

50%-75%

Risicobedrag 2020

100 duizend euro structureel
250 duizend euro incidenteel

Kans 2020

50%-75%

Risicobedrag 2021

100 duizend euro structureel
250 duizend euro incidenteel

Kans 2021

50%-75%

Risicobedrag 2022

100 duizend euro structureel
250 duizend euro incidenteel

Kans 2022

50%-75%

Structureel/Incidenteel

 Structureel en incidenteel

1e signaleringsmoment

 Divers (geen nieuwe risico’s opgenomen)

Actie

Voor het risico als gevolg van de wijzigingen in de BTW regelgeving hebben we de financiële gevolgen aangeleverd bij het VNG. We volgen de ontwikkelingen op rijksniveau.

Naam risico  

Stijging pensioenpremie

Programma

Alle programma's

Omschrijving

Het bestuur van het pensioenfonds ABP waarschuwt voor het risico dat de pensioenpremie volgend jaar moet stijgen. De totale loonontwikkeling hebben we voor 2019 eerder ingeschat op 3,13 procent. Dit cijfer komt in de richting van de CEP-raming van het CPB van 22 maart (3,4 procent). De verwachte stijging van de ABP-premie kunnen we mogelijk opvangen door een meevaller op het CAO-percentage en overige sociale premies.
Gelet op de onzekerheid of en in welke mate een stijging van de pensioenpremie zich gaat voordoen nemen we in de begroting 2019 een risico op. Het gaat om een structureel risico van  2 miljoen euro en een kans van optreden van 50%.

Risicobedrag 2019

2 miljoen euro

Kans 2019

50%

Risicobedrag 2020

2 miljoen euro

Kans 2020

50%

Risicobedrag 2021

2 miljoen euro

Kans 2021

50%

Risicobedrag 2022

2 miljoen euro

Kans 2022

50%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Begroting 2017

Naam risico  

Incidenteel gedekte investeringen

Programma

Divers

Omschrijving

In het verleden zijn in Haren voorzieningen gerealiseerd waarvan de investeringskosten werden gedekt ten laste van reserves dan wel subsidies. Ook is een onbekend aantal activa zonder boekwaarde, waarvoor op termijn vervanging onontkoombaar is. Iedere vervanging van dergelijke activa leidt dus tot een toename van de kapitaallasten, waarvoor op geen middelen beschikbaar zijn in de begroting.

Het risico is ingeschat op 100.000 structureel met een kans van 25%.

Risicobedrag 2019

100 duizend euro

Kans 2019

25%

Risicobedrag 2020

100 duizend euro

Kans 2020

25%

Risicobedrag 2021

100 duizend euro

Kans 2021

25%

Risicobedrag 2022

100 duizend euro

Kans 2022

25%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Actie