Paragraaf 3 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Risico's

Risico’s ruimtelijk-economisch domein

Naam risico  

Uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties (grondzaken / grondexploitaties)

Programma

Economie en werkgelegenheid en Wonen

Omschrijving

Om de risico's die voortvloeien uit de grondexploitaties in uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties te kwantificeren wordt de risicoboxenmethode gehanteerd. Het risico op een plantekort kan voortvloeien uit vertraging in het uitgiftetempo van gronden, uitgifte van gronden tegen lagere grondprijzen dan in de exploitatiebegroting is voorzien, aanbesteding van civieltechnische werken, vertraging in het tempo van realisering, etc.
De risico’s zijn met behulp van de risicoboxenmethode gekwantificeerd. De minimale omvang van de risico's die verband houden met grondexploitaties en nog in exploitatie te nemen gronden bedraagt in 2019 115,9 miljoen euro. Dit risico heeft betrekking op alle lopende grondexploitaties inclusief Meerstad. Het risico van de grondexploitatie Meerstad is hierin het grootste risico. Het risico Meerstad in 2018 is 78,3 miljoen euro, dit is 68% van het totale risico grondzaken.  In de jaren na 2019 loopt het risico iets terug tot ruim 114,2 miljoen euro in 2022.

Herijking risicoboxenmethode
De risicoboxenmethode voor het bepalen van het risico bij grondexploitaties wordt geactualiseerd. Bij de herijking wordt het effect van de nieuwe verslaggevingsregels voor grondexploitaties (BBV) op de omvang van het risico meegenomen. Door aanscherping van de BBV regels is het niet langer toegestaan algemene buffers in grondexploitaties op te nemen. Dit vergroot het risico. Aan de andere kant wordt bekeken of de omvang van het risico bij grondexploitaties met een voordeel nog past bij de huidige berekeningswijze. We hebben een extern adviseur (Deloitte) gevraagd een beoordeling te maken van de risicoboxenmethode van de gemeente Groningen en de omvang van het benodigd weerstandsvermogen. Op basis van analyse en een vergelijking met andere gemeenten wordt geconcludeerd dat de risicoboxenmethode relatief behoudend is. Deloitte geeft aan dat het weerstandsvermogen feitelijk drie lagen kent en dat in de huidige methodiek maar met één laag rekening wordt gehouden. Er wordt geen rekening gehouden met risico’s die in de grondexploitatie zijn meegerekend en geprognosticeerde winsten bij grondexploitaties. Deloitte adviseert bij de analyse van het weerstandsvermogen alle drie lagen te betrekken.

Vooruitlopend op de herijking houden we bij het bepalen van het risico voor 2019 en verder rekening met het geprognosticeerde voordeel in de grondexploitatie Meerstad. Met het voordeel heeft de grondexploitatie een buffer om de nadelige effecten van nadelige scenario’s op te vangen. Dit verlaagt het risico van de grondexploitatie. Het geraamde voordeel van circa 35 miljoen euro is in mindering gebracht op het risico Meerstad.

Hiermee komt het totale risico voor uitleg- en binnenstedelijke ontwikkellocaties risico voor 2019 uit op 80,9 miljoen euro. In de jaren na 2019 loopt het risico iets terug tot circa 79 miljoen euro in 2022. Omdat binnen de risicoboxenmethode al rekening is gehouden met de kans van optreden, nemen we de uitkomst voor 100% mee bij het bepalen van het benodigde weerstandsvermogen.

De volledige herijking van de risicoboxenmethode leggen we samen met het rapport van Deloitte in 2019 voor aan de raad.

De risico’s voor de grondexploitatie in Haren en Ten Boer zijn meegenomen in de risicoboxenmethode. Het gaat om de grondexploitaties Nesciopark, Haderaplein en Dijkshorn.

Risicobedrag 2019

80,934 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

81,045 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

80,230 miljoen euro

Kans 2021

100%

Risicobedrag 2022

79,150 miljoen euro

Kans 2022

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

2004

Actie

Binnen de grondexploitatie wordt gestuurd op de beheersing van de risico’s. De risico’s en het effect op het weerstandsvermogen van nieuwe (grote) projecten maken we afzonderlijk inzichtelijk.

Naam risico  

Verkeer- en vervoersprojecten

Programma

Verkeer

Omschrijving

Risico's bij verkeer- en vervoersprojecten hebben voornamelijk betrekking op de hoogte van de investeringskosten. Vooraf worden deze risico's zover mogelijk teruggebracht en beheerst door voor de start van uitvoering zoveel mogelijk uitgewerkte ontwerpen en kostenramingen beschikbaar te hebben.
Bij de grote verkeersprojecten (= investering meer dan 5 miljoen euro) bepalen we het risico op 10% van de investeringskosten. Daarbij beoordelen we de mogelijkheid om bij te sturen in het project (beheersmaatregelen). Op projectniveau kunnen dat bijvoorbeeld zijn: het werken met een plafondprijs in de aanbesteding, het rekening houden met een percentage onvoorzien in de kostenraming of het in beeld brengen van besparingsmogelijkheden.
Risico's die niet binnen de beschikbare middelen van het project kunnen worden opgelost, worden meegenomen in het benodigde weerstandsvermogen voor verkeersprojecten.
Voor projecten die voortvloeien uit de Netwerkanalyse 2013 (totale omvang gemeentelijke middelen 20 miljoen euro,) is besloten dat voor- en nadelen mogen worden verrekend binnen het totale programma (gesloten financiering). Financiële tegenvallers kunnen dus binnen het totaal beschikbare budget worden opgevangen. Dit kan effect hebben op de projecten die uitgevoerd kunnen worden, maar voor het geheel geldt dat geen sprake is van een financieel risico voor de gemeente Groningen.

Zernikelaan
Voor het project Zernikelaan ramen we het risico op 10% van het gemeentelijk aandeel in de totale financiering (RUG en Hanzehogeschool nemen ook een deel van de kosten voor hun rekening en een deel van de dekking komt uit de middelen voor de Netwerkanalyse). De risico’s worden gelijk verdeeld over gemeente, RUG en Hanzehogeschool.
Dat betekent dat over een bedrag van 4,37 miljoen euro een risicoberekening plaatsvindt. Het risico komt daarmee op 437 duizend euro. De kans van optreden komt op 50%. Risico blijft constant gedurende de komende jaren. Bij oplevering kan het risico vervallen.

Stationsgebied Haren
De gemeente werkt aan de ontwikkeling van het Stationsgebied. Onderdeel van de ontwikkeling is het realiseren van een fiets- voetgangersverbinding tussen Oosterhaar en het centrum van Haren, ter hoogte van het station. Daarnaast wordt de omgeving van het station aangepakt. Het risico bij de investeringen in het stationsgebied van Haren wordt ingeschat op 0,8 miljoen euro. Dit risico bestaat oor het grootste deel uit een risico op vertraging,  risico op verlies van cofinanciering en het risico op hogere uitvoeringskosten.

Risicobedrag 2019

1,0 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

1,0 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

1,0 miljoen euro

Kans 2021

100%

Risicobedrag 2022

1,0 miljoen euro

Kans 2021

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Rekening 2017

Actie

Naam risico  

Risico's bodemsanering

Programma

Onderhoud en beheer openbare ruimte

Omschrijving

Voor de begroting 2019 brengen we de risico’s van de voormalige gemeenten Groningen, Haren en Ten Boer nog afzonderlijk in beeld. Vanaf de begroting 2020 presenteren we een geïntegreerd risico.

Groningen
In het convenant ‘bodemontwikkelingsbeleid en spoedlocaties’ is afgesproken dat in 2015 alle bodemverontreinigingen die een risico voor de mens vormen (humane spoedlocaties) gesaneerd of beheerst zijn. Daarnaast is afgesproken dat de bodemverontreinigingen die onaanvaardbare risico’s bevatten voor het ecosysteem en/of bijdragen aan de verspreiding van de verontreiniging (de overige spoedlocaties), ook zoveel mogelijk gesaneerd of beheerst zijn. Nagenoeg alle locaties zijn beheerst of gesaneerd. Het project aanpak spoedlocaties is begin 2018 afgesloten. De kans dat is klein dat er nog kosten  voor rekening van de gemeente komen (de mogelijk nog te maken kosten komen in eerste instantie voor rekening van derden).  Voor het onderdeel spoedlocaties houden we geen rekening meer  met een risico.

Los van de spoedlocaties kunnen zich nieuwe situaties aandienen waarbij sprake is van risico's (schadeclaims, saneringen en randvoorwaarden bodem). In het geval deze situaties zich aandienen moeten we middelen beschikbaar stellen voor aanvullend (risico) onderzoek, eventuele tijdelijke beheermaatregelen en op iets langere termijn voor een definitieve oplossing. Voor het bepalen van het risico houden we rekening met kosten voor onderzoek en beheersmaatregelen.
Uitgaande van 3 gevallen per jaar schatten we het risico in op 500 duizend euro. Het gaat om een structureel risico.

Ook in de voormalige gemeenten Haren en Ten Boer werd rekening gehouden met een risico bodemsanering. In deze toelichting maken we deze nog afzonderlijk inzichtelijk.

Haren

 In Haren is sprake van een aantal bekende bodemverontreinigingen waarvoor nog geen sanering is voorzien en waarbij de kosten van een eventuele sanering en het gemeentelijk aandeel daarin onbekend zijn. Daarnaast is het mogelijk dat verontreinigingen aan het licht komen die nu nog onbekend zijn. In een aantal oudere gebouwen is asbest aanwezig met de daaraan verbonden risico’s. Voor Haren houden we rekening met een risico van 1 miljoen euro en een kans van 50%.

Ten Boer

Voor Woltersum is in 2018 een besluit genomen om de voormalige vuilstort volledig te verwijderen . Daarmee is er geen sprake meer van een risico. Er wordt meegewerkt met een provinciaal project om meer zicht te krijgen op ernstig verontreinigde locaties in Ten Boer. De kans dat dergelijke locaties worden gevonden wordt als klein ingeschat.
Voor Ten boer houden we rekening met een risico van 500 duizend euro met een kans van 50%.
Voor de nieuwe gemeente Groningen is het effect op het benodigd weerstandsvermogen in totaal (kans*effect) 650 duizend euro incidenteel en 375 duizend euro structureel.

Risicobedrag 2019

0,5 miljoen euro structureel
1,5 miljoen euro incidenteel

Kans 2019

30-75%

Risicobedrag 2020

0,5 miljoen euro
1,5 miljoen euro incidenteel

Kans 2020

30-75%

Risicobedrag 2021

0,5 miljoen euro
1,5 miljoen euro incidenteel

Kans 2021

30-75%

Risicobedrag 2022

0,5 miljoen euro
1,5 miljoen euro incidenteel

Kans 2022

30-75%

Structureel/Incidenteel

Structureel en incidenteel

1e signaleringsmoment

2001

Actie

We monitoren voortdurend de stand van zaken

Naam risico  

Parkeerbedrijf

Programma

Verkeer

In de meerjarenprognose 2012 is een eerste aanzet gegeven voor een gevoeligheidsanalyse om inzicht te krijgen in de omvang van de risico’s en het benodigde weerstandsvermogen. Door de toename van de vastgoedportefeuille (vooral parkeergarages) nemen de risico’s navenant toe. Voor het bepalen van het risico van het parkeerbedrijf wordt een risicoanalyse uitgevoerd voor de onderdelen: rente, opbrengsten en kosten, ov-bijdrage, bezettingsgraad parkeergarages en straatparkeren. Op basis van de meerjarenprognose 2018 is het incidentele risico gekwantificeerd op 1,6 miljoen euro voor de periode 2019-2022.
Bij het bepalen van het benodigde weerstandsvermogen hield Haren geen rekening met een risico voor parkeren. Dit is nu ook zo overgenomen voor het bepalen van het weerstandsvermogen voor de begroting 2019.
Ten opzichte van het risico in de rekening 2017 is het risico voor de jaarschijf 2019 met circa 2 miljoen euro afgenomen. De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn:

  1. Lager inflatierisico

In de meerjarenbegroting is realistisch gerekend met indexatie van opbrengsten, per saldo is de indexatie op kosten hoger dan op opbrengsten. Een hogere of lagere indexatie van kosten met daarbij een kleiner effect op indexatie opbrengsten heeft per saldo een beperkt effect. Dit verlaagt het risico.

  1. Lager risico Damsterdiep

De exploitatie van de Damsterdiepgarage is gebaseerd op de realisatie van het afgelopen jaar. Er wordt geen rekening meer gehouden met een groeiende omzet. Dit leidt tot een lager risico.

  1. Lager risico forumgarage
    Op de verwachte opbrengsten van het Forum is een correctie van circa 1 miljoen euro doorgevoerd. Hierdoor is de herrekende bezettingsgraad na ingroei 24%. Dit leidt tot een lager risico.
  2. Lager risico boterdiep
    De exploitatie van Boterdiep is gebaseerd op de realisatie van het afgelopen jaar. De opbrengst van de garage is stabiel. We houden alleen nog rekening met groei als gevolg van het te realiseren woonprogramma ( < 0,15 miljoen euro per jaar).
  3. Lager risico straatparkeren
    Het lagere risico wordt verklaard doordat het risico parkeerhandhaving nu afzonderlijke wordt opgenomen (zie hieronder).

Risicobedrag 2019

1,61 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

2,08 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

2,41 miljoen euro

Kans 2021

100%

Risicobedrag 2022

2,55 miljoen euro

Kans 2022

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Al jaren in P&C-documenten

Actie

Wij zullen jaarlijks het benodigde weerstandsvermogen opnieuw berekenen.

Naam risico  

Risico parkeerhandhaving

Programma

Verkeer

Omschrijving

In de begroting houden we rekening met een geraamde opbrengst uit naheffingsaanslagen van circa 2,8 miljoen euro. We lopen een risico dat we de geraamde opbrengst in een jaar niet kunnen realiseren. Risicofactoren zijn bijvoorbeeld weersinvloeden die de handhaving bemoeilijken of technische storingen waardoor er niet gehandhaafd kan worden. Pas aan het eind van het jaar blijkt of de geprognosticeerde opbrengst is gehaald en of het risico zich voordoet.
Het risico is tot nu toe altijd meegenomen in het risico parkeerbedrijf. Vanaf deze begroting maken we het risico parkeerhandhaving afzonderlijk inzichtelijk. We schatten het structurele risico in op 150 duizend euro tot 200 duizend euro. Voor het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen houden we rekening met 200 duizend euro en een kans van optreden van 75%.

Risicobedrag 2019

200 duizend euro

Kans 2019

75%

Risicobedrag 2020

200 duizend euro

Kans 2020

75%

Risicobedrag 2021

200 duizend euro

Kans 2021

75%

Risicobedrag 2022

200 duizend euro

Kans 2022

75%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2018

Actie

Naam risico  

Gemeentelijk aandeel risicoproject Warmtestad BV

Programma

Wonen

Omschrijving

WarmteStad heeft op dit moment 2 typen activiteiten:
• Het ontwikkelen en exploiteren van het warmtenet Noordwest.
• Het ontwikkelen en exploiteren van collectieve Warmte en Koude-opslagsystemen. Via Warmtestad investeert de gemeente in warmteprojecten gericht op een CO2 neutrale stad in 2035. WarmteStad heeft aandacht voor het identificeren, beheersen en financieel vertalen van risico's. Voor de resterende risico’s voor de gemeente is het weerstandsvermogen versterkt.

1. Warmtenet Noordwest
Voor de Investering geothermie en warmtenet Noordwest is op 8 juni 2016 het weerstandsvermogen versterkt met 1,3 miljoen euro. Dit is 18% van de geïnvesteerde 7 miljoen euro. Met het besluit om geothermie niet meer te ontwikkelen is een verliesvoorziening gevormd van 3 miljoen euro. In april 2018 is WarmteStad een overbruggingskrediet verstrekt van 1,3 miljoen euro ten behoeve van Tijdelijke Warmte Opwek. Het risicoprofiel is daarbij gesteld op 8% van het uitgeleende bedrag en 104 duizend euro weerstandsvermogen gevormd. Op 31 oktober 2018 is besloten om WarmteStad een overbruggingskrediet te verstrekken van 3 miljoen euro voor de eerste uitbreiding van het warmtenet. Het weerstandsvermogen is 240 duizend euro. In het voorjaar van 2019 ligt de integrale Business Case voor warmtenet Noordwest.
Huidig risicoprofiel WarmteStad Noordwest BV.
Destijds is risicoprofiel gesteld op 14%. Inmiddels is een deel van het Warmtenet gerealiseerd, zijn er voor 4.300 WE warmte contracten gesloten en levert sinds najaar 2018 de eerste warmte vanuit het warmtenet Noordwest.  Alle condities die ten tijde van het risicoprofiel voor een warmtenet Noordwest (gebaseerd op geothermie) destijds nog in ontwikkeling of nog onzeker waren zijn nu aanzienlijk verlaagd. Tot slot kennen de technieken die nu bekeken worden voor de nieuwe warmtebron niet het risico van het mislukken van de put. Het gaat om bestaande technieken met lage kans op risico’s en daar komt bij dat onze medeaandeelhouder op dit gebied veel kennis in huis heeft. Dit overziend wordt het risicopercentage gesteld op 8%.
2. WKO-programma en risicoprofiel
WarmteStad werkt stap voor stap het WKO programma uit. Op 19 februari 2015 is 750 duizend euro rekening-courant ter beschikking voor  WKO Europapark. En is  een bestemmingsreserve ingesteld ter grootte van 57 duizend euro. Risicoprofiel WKO is 8%. Voor het  financieel meerjarenplan (FMJP) 2017-2021 heeft de  gemeente besloten 3,875 miljoen euro aan leningen te verstrekken. Op 31 mei 2017 is 2 miljoen euro voor jaarschijf 2017 ter beschikking gesteld. Het WKO-programma draait op een bewezen techniek en al bestaande bronnen risicoprofiel is 8%. Weerstandsvermogen is 160 duizend euro. In september 2018 is het weerstandsvermogen voor het resterende 1,875 miljoen euro (2018 – 2021). En het weerstandsvermogen is 150 duizend euro (8%)

Risicobedrag 2019

1,434 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

1,434 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

1,434 miljoen euro

Kans 2021

100%

Risicobedrag 2022

1,434 miljoen euro

Kans 2022

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2017

Actie

We monitoren voortdurend de stand van zaken

Naam risico  

Garantie op leningen van GEM Haren Noord

Programma

Wonen

Omschrijving

De gemeente heeft in het kader van de financiering van de woningbouw in Haren Noord een garantie van maximaal 6 miljoen euro afgegeven op een lening die is aangetrokken door de Gemeenschappelijke Exploitatiemaatschappij (GEM) Haren Noord Beheer C.V. Dit bedrag is voor de helft afgedekt door contra-garanties van de moederbedrijven van de in GEM Haren Noord C.V. deelnemende marktpartijen. De garanties lopen nog tot en met 2020.
Het resterende risico is verminderd middels diverse maatregelen in de bedrijfsvoering (zoals de wijze van fasering van de ontwikkeling van het gebied en de ‘grond-routing’). Voor de financieringsconstructie met gemeentegarantie is gekozen vanwege de substantiële rentevoordelen, waarvan de gemeente via het resultaat op de grondexploitatie mee profiteert. Om te zorgen dat er bij deze constructie geen sprake is van staatssteun, betaalt de CV gedurende de looptijd van de garantie een borgstellingsprovisie aan de gemeente.
Voor het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen houden we rekening met een risico van 3 miljoen euro (verstrekte garantie verminderd met de contragaranties door de deelnemende marktpartijen) en een kans van optreden van 10% (overeenkomstig de inschatting van de gemeente Haren).

Naast dit risico is bij Haren Noord ook sprake van kansen op het halen van voordelen die nog niet in de begroting zijn opgenomen. Het gaat om:

De boekwinst die ontstaat bij de economische overdracht van de gemeente aan de GEM. Hiervan is reeds 3,3 miljoen euro gerealiseerd. Het laatste deel 514 duizend euro zal naar verwachting in 2019 worden gerealiseerd.
In de door de aandeelhouders van GEM Haren Noord vastgestelde herziene grondexploitatie 2018 is sprake van een geraamde winst van circa 4,43 miljoen euro. Een eventueel gerealiseerde winst zal aan de aandeelhouders worden uitgekeerd. De gemeente Haren heeft inmiddels 0,9 miljoen euro aan tussentijdse winstuitkeringen ontvangen. Op basis van de grondexploitatie 2018 verwachten we nog een aanvullende uitkering van 1,3 miljoen euro.  

Risicobedrag 2019

3 miljoen euro

Kans 2019

10%

Risicobedrag 2020

3 miljoen euro

Kans 2020

10%

Risicobedrag 2021

3 miljoen euro

Kans 2021

10%

Risicobedrag 2022

3 miljoen euro

Kans 2022

10%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2019

Actie

Risico’s sociaal-maatschappelijk domein

Naam risico  

Risico's sociaal domein

Programma

Welzijn, gezondheidszorg en Vernieuwing sociaal domein

Omschrijving

Wij hebben omvangrijke bezuinigingen op de zorgkosten ingeboekt als gevolg van de decentralisaties die in 2015 naar de gemeente zijn overgekomen. In het Beleidsplan en het Uitvoeringsplan Vernieuwing Sociaal Domein hebben we de richting aangegeven hoe we deze Rijksbezuinigingen structureel willen opvangen. Wij hebben daarbij te maken met onzekerheden, omdat zorgaanbieders in een ontwikkel/groeifase van dit veranderende sociaal domein zitten en wijzelf ook nog deels in opbouw zijn om optimaal uitvoering te geven aan deze extra taken. Denk daarbij aan verzelfstandiging van de Wij, het inrichten van een goede monitor voor het sociaal domein, de opzet van het GON en de gestegen kosten in de jeugdzorg. Op grond van gegevens over werkelijk verleende zorg door zorgaanbieders en de daarbij behorende kosten passen wij onze prognoses over de kosten regelmatig aan.

Het risico sociaal domein is bij de jaarrekening 2017 herijkt. We onderscheiden deze nu in een risico op zorggebruik WMO ZIN 18+, een risico op de transformatie van dure naar goedkopere zorg en een risico op hogere kosten jeugdzorg.

Het risico op zorggebruik houdt in dat onzeker is hoeveel mensen zorg nodig hebben. Dat aantal kan toenemen en het type zorg dat nodig is kan intensiever zijn. Ook kunnen nieuwe aanbestedingen extra kosten met zich meebrengen. Ten slotte is onzeker in hoeverre afgegeven indicaties daadwerkelijk worden besteed. Bij de inschatting van dit risico houden we rekening met ontwikkeling van de zorgkosten.
Het risico op transformatie houdt in dat het onzeker is dat de geraamde besparing van dure naar goedkopere zorg daadwerkelijk gerealiseerd wordt.  De getroffen maatregelen om deze transformatie te realiseren betreffen investeringen in innovatie en de daarbij ingeboekte bezuinigingen. Hierbij is rekening gehouden met de maatregelen uit het nieuwe coalitieakkoord. De maatregelen leiden tot een verhoging van het risico. Of en in welke mate deze maatregelen het beoogde transformatie-effect opleveren hebben we in onderzoek.
Ten slotte is een risico op kosten jeugdzorg meegenomen. Deze is gebaseerd op de scenario's die de RIGG ten tijde van de jaarrekening 2017 heeft opgesteld.

Voor de begroting 2019 en de rekening 2018 zijn de risico's van de voormalige gemeenten Groningen en Haren en Ten Boer uit de jaarrekening 2017 samengenomen.
Ten behoeve van de begroting 2020 wordt het risico en de wijze waarop het risico wordt bepaald geactualiseerd.

De risicobedragen van de genoemde onderdelen (zorggebruik, transformatie en huisvesting WIJ) zijn tot stand gekomen door voor verschillende bandbreedtes te bepalen wat de kans is dat het risico binnen de betreffende bandbreedte valt. Omdat daarbij al rekening wordt gehouden met de kans dat het risico binnen bepaalde bandbreedtes valt, wordt de uitkomst volledig meegenomen bij het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen.
Het totale structurele risico VSD komt daarmee voor 2019 op 6,7 miljoen euro (kans * effect). Dit is gebaseerd op berekening voor jaarrekening 2017 en  is bedrag van de risico's van Groningen, Haren en Ten Boer gezamenlijk.
Vanaf 2020 neemt het risico toe door de in het coalitieakkoord opgenomen maatregelen.

Risicobedrag 2019

6,7 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

9,0 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

11,9 miljoen euro

Kans 2021

100%

Risicobedrag 2022

12,3 miljoen euro

Kans 2022

100%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Maart 2014

Actie

Wij hebben maatregelen genomen om te zorgen dat de zorgkosten beter in control komen. Hierbij hebben  we nadrukkelijk een koppeling gelegd tussen beleid, uitvoering en geld. Hierbij is de verdere ontwikkeling van de informatievoorziening van groot belang. We willen de ontwikkeling van het zorgverbruik, de substitutie van de verschillende sporen en de effecten van interventies beter in beeld krijgen. Deze informatievoorziening komt voor de WMO gestaag op gang. De komst van de GON is daarnaast een belangrijke stap in de beheersing van de WMO begroting.
Ten aanzien van de jeugdhulp zijn er belangrijke lijnen waarlangs gemeenten, via de RIGG of zelf,  invloed kunnen uitoefenen zoals sturing op toegang jeugdhulp, sturing op contacten met aanbieders, sturing op financiën en lobby. Als gevolg van de grote financiële problematiek worden via al die lijnen maatregelen genomen.  De in gang gezette beweging zal echter lange adem vragen en niet in 2019 opgelost worden.

Naam risico  

Financiering uitvoering wet BUIG

Programma

Werk en Inkomen

Omschrijving

In de begroting 2019 wordt in 2019 een nadeel op de BUIG voorzien van 10,7 miljoen euro. Hierbij is rekening gehouden met de in de begroting 2018 ingezette maatregelen om het BUIG-tekort terug te dringen. Bij de BUIG geldt dat relatief geringe afwijkingen in onder meer de hoogte van het aantal uitkeringen en de hoogte van de gemiddelde bijstandsuitkering in absolute bedragen substantiële afwijkingen kunnen hebben. In de begroting 2019 is het tekort op de BUIG opgenomen in het meerjarenbeeld. We weten niet zeker of de in 2018 ingezette maatregelen het beoogde effect hebben. Zonder een verdere afname komt de prognose BUIG uit op 12,7 miljoen euro. We houden daarom vanaf 2019 rekening met een structureel risico van 25% over het verschil van 2 miljoen euro.
In de begroting 2019 worden maatregelen voorgesteld om het tekort op de BUIG in de komende jaren terug te brengen. De belangrijkste maatregelen zijn gericht op het beperken van de instoom en het versnellen van de uitstroom in het eerste jaar. In de begroting 2019 is vanaf jaarschijf 2020 een indicatie van de opbrengsten van de maatregelen opgenomen. Het risico is dat we de ingeschatte besparing niet kunnen realiseren.
Het resterende geraamde tekort (na het  effect van de maatregelen) wordt aangevuld ten laste van de algemene middelen.

Risicobedrag 2019

2 miljoen euro

Kans 2019

25%

Risicobedrag 2020

5 miljoen euro

Kans 2020

25%-75%

Risicobedrag 2021

6 miljoen euro

Kans 2021

25%-75%

Risicobedrag 2022

7 miljoen euro

Kans 2022

25%-75%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

VGR 2014-2 en Begroting 2015

Actie

In 2019 nemen we maatregelen om het verwachte structurele tekort zoveel mogelijk terug te dringen. Het resterende tekort wordt opgelost door aanvullende middelen beschikbaar te stellen ten laste van de algemene middelen.

Naam risico  

Bedrijfsrisico werkmaatschappijen (SPOT en Sport050)

Programma

Sport en bewegen en cultuur

Omschrijving

We houden rekening met een risico bij de werkmaatschappijen Oosterpoort /  Stadsschouwburg (SPOT) en sport050.  
Een deel van de inkomsten van de directie SPOT  is afhankelijk van de economische conjunctuur en andere externe factoren. Wij houden rekening met een bedrijfsrisico van 10% van de omzet van circa 8,7 miljoen euro voor SPOT.
Sport050 kent een afhankelijkheid van de economische conjunctuur en het weer. Wij houden rekening met een specifiek bedrijfsrisico ter hoogte van circa 10% van de tarief-gerelateerde omzet. Die verwachte omzet 2019 is circa 6,17 miljoen euro.
Het risico voor de beide werkmaatschappijen samen is 1,487 miljoen euro. We houden rekening met een kans van 25%.

Risicobedrag 2019

1,487 miljoen euro

Kans 2019

25%

Risicobedrag 2020

1,487 miljoen euro

Kans 2020

25%

Risicobedrag 2021

1,487 miljoen euro

Kans 2021

25%

Risicobedrag 2022

1,487 miljoen euro

Kans 2022

25%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Actie

Naam risico  

Risico loonstijgingen SW

Programma

Werk en Inkomen

Omschrijving

Op 22 december 2015 hebben de VNG en de bonden een onderhandelaarsakkoord bereikt over een nieuwe cao SW. De indexatie van de lonen wordt gekoppeld aan de indexatie van het wettelijk minimumloon. De afspraak is gemaakt dat gemeenten in 2017 en 2018 worden gecompenseerd voor loon- en prijsontwikkelingen. Voor de periode 2017-2018 is daarom geen sprake meer van een risico. Na 2018 is de situatie onzeker. Een loonsverhoging van 1% heeft een financieel effect van ongeveer 300 duizend euro. We houden rekening met een afname van de doelgroep van 5% per jaar. Het risico verlaagt dus ook met 5% per jaar.

Risicobedrag 2019

285 duizend euro

Kans 2019

50%

Risicobedrag 2020

270 duizend euro

Kans 2020

50%

Risicobedrag 2021

257 duizend euro

Kans 2021

50%

Risicobedrag 2022

244 duizend euro

Kans 2022

50%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

2012

Actie

Berichtgeving Rijk afwachten

Naam risico  

Sociale werkvoorziening (Ten Boer)

Programma

Werk en inkomen

Omschrijving

In Ten Boer werd rekening gehouden met een risico sociale werkvoorziening omdat het budget dat de werkvoorzieningsschappen van het Rijk ontvangen gestaag terug loopt. De uitstroom vanuit Ten Boer is lager dan het landelijke gemiddelde. De bijdrage (het verschil tussen loonkosten en rijksbijdragen) die de gemeente moet betalen zal daardoor stijgen.
Omdat de werkwijze in Groningen anders is dan in Ten Boer houden we in de begroting 2019 rekening met het risico bij Ten Boer. Het risico wordt ingeschat op 100 duizend euro structureel met een kans van 30%.

Risicobedrag 2019

100 duizend euro

Kans 2019

30%

Risicobedrag 2020

100 duizend euro

Kans 2020

30%

Risicobedrag 2021

100 duizend euro

Kans 2021

30%

Risicobedrag 2022

100 duizend euro

Kans 2022

30%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Actie

Vanaf de begroting 2020 zal dit risico worden betrokken bij de Groningse werkwijze.

Naam risico  

Exploitatie Groninger Forum

Programma

Cultuur

Omschrijving

Het Groninger Forum (GF) opent eind 2019. In overleg met de stichting GF is geconcludeerd dat het dekken van eventuele tekorten in de begroting voldoende is voor een periode van 5 jaar (2020-2024). Na de periode van 5 jaar verwachten we dat de stichting GF goed zicht heeft op de structurele exploitatie met voldoende mogelijkheden om zelf (bij) te kunnen sturen.
Uit de update van het Programma van Eisen (PvE) van mei 2018 blijkt een tekort van 4,4 miljoen euro over de periode 2020-2024. Hierbij is rekening gehouden met een door de stichting GF op te lossen taakstelling van 145 duizend euro. Het tekort bestaat voor 1,0 miljoen euro uit incidentele frictiekosten.

Bij de update van het PvE van mei 2018 is besloten vanaf 2020 jaarlijks 225 duizend euro extra subsidie aan de stichting GF toe te kennen voor de bibliotheekfunctie. Het resterende tekort over de periode 2020-2024 bedraagt circa 3,3 miljoen euro. Ten aanzien van dit resterende tekort is als oplossingsrichting gekozen dit voor zover nodig op te vangen vanuit de reserve exploitatierisico Forum en voor zover aanvullend nodig door verlaging van de bijdrage van het GF aan de bouw- en grondexploitatie Grote Markt oostzijde/ Groninger Forum (B&Grex) voor de inrichting te verlagen. De besluitvorming hierover gebeurt bij de actualisering van het PvE medio 2019, waarbij ook overige ontwikkelingen worden verwerkt.
Met deze besluiten is het verwachte tekort zoals gemeld in het PvE van mei 2018 voor de periode 2020-2024 opgelost en wordt er in de berekening van het benodigde en beschikbare weerstandsvermogen geen rekening meer gehouden met het risico en de reserve exploitatierisico Forum.

Voor eventuele aanvullende exploitatierisico’s bij het GF nemen we vooralsnog een p.m. post op.

Risicobedrag 2019

Pm

Kans 2019

Risicobedrag 2020

Pm

Kans 2020

Risicobedrag 2021

Pm

Kans 2021

Risicobedrag 2022

pm

Kans 2022

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Rekening 2014

Actie

Samen met het Groninger Forum worden de ontwikkelingen in de exploitatie gevolgd.

Naam risico

Gelijk Speelveld afboeking kleedkamers en clubgebouwen

Programma

Sport en bewegen

Omschrijving

Bij de uitvoering van het Gelijk speelveld dient een aantal gebouwen te worden afgewaardeerd vanwege de gewijzigde eigendomssituatie (om niet verkrijging vereniging recht van opstal). De gesprekken met de verenigingen over de overdracht lopen nog.

Risicobedrag 2019

 570 duizend euro

Kans 2019

 75%

Risicobedrag 2020

 330 duizend euro

Kans 2020

 75%

Risicobedrag 2021

 330 duizend euro

Kans 2021

 75%

Risicobedrag 2022

Kans 2022

Structureel/Incidenteel

 Incidenteel

1e signaleringsmoment

Actie

Naam risico  

MFA de Wijert

Programma

Welzijn, gezondheidszorg en Vernieuwing sociaal domein

Omschrijving

Voor de ontwikkeling van MFA DE Wijert (scholen, sporthallen, bijzondere objecten als het Groninger forum) hebben wij een bedrag van 355 duizend euro als benodigd weerstandsvermogen berekend. Het risico bestaat uit het niet of later realiseren van de verkoopopbrengsten die als dekking voor de investering wordt gevormd en het risico dat we een lagere bijdrage van derden realiseren. De vorming van benodigd weerstandsvermogen doen wij uit voorzichtigheid, de omvang van het budget is namelijk taakstellend. De risico’s dienen primair binnen de post onvoorzien van het project opgelost te worden. De structurele risico’s die samenhangen met de exploitatie van de MFA worden gedekt binnen de gemeentebegroting. Omdat in het risicobedrag van 355 duizend euro al rekening is gehouden met de kans van optreden nemen we dit bedrag volledig mee bij het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen.

Risicobedrag 2019

355 duizend euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

355 duizend euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

355 duizend euro

Kans 2021

100%

Risicobedrag 2022

355 duizend euro

Kans 2022

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Rekening 2017

Actie

 De bouwactiviteiten gaan van start in 2019. De aanbesteding vindt plaats begin 2019 en dan wordt beoordeeld in hoeverre de kostenontwikkeling afwijkt van de informatie waarover het besluit is genomen.

Overige risico’s

Naam risico  

Gemeentefonds

Programma

Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

De hoogte van de algemene uitkering wordt bepaald door de omvang en verdeling van het gemeentefonds. De omvang is gekoppeld aan de groei van de Rijksbegroting. De huidige raming van de hoogte van de algemene uitkering is gebaseerd op de decembercirculaire 2018.

Vanaf 2015 is landelijk circa 10 miljard euro toegevoegd aan het gemeentefonds voor uitvoering van de decentralisaties in het sociaal domein. De omvang van het gemeentefonds stijgt hierdoor landelijk tot circa 29 miljard euro in 2018 en is daarmee de vierde grootste uitgavenpost op de rijksbegroting. Groningen ontvangt voor de uitvoering van de decentralisaties 184,8 miljoen euro in 2018 (stand decembercirculaire 2018).
In het Regeerakkoord 2017-2021 is opgenomen dat het integreerbare deel van de integratie uitkering sociaal domein met ingang van 2019 opgaat in de algemene uitkering en daarmee deel uitmaakt van de normeringssystematiek ('trap op, trap af'). Over de verdeling zijn we geïnformeerd in de meicirculaire 2018.

Momenteel wordt gewerkt aan een herziening van de financiële verhoudingen. De laatste herziening van de financiële verhoudingen stamt uit 1997. Sindsdien is er veel veranderd in de opgaven voor gemeenten. Bijvoorbeeld de decentralisaties in het sociale domein en de toenemende regionale samenwerking op tal van terreinen. Juni 2017 is een rapport verschenen (‘Rekening houden met het verschil’) van de stuurgroep die de opdracht heeft gekregen een probleemanalyse te maken van de toekomstbestendigheid van het stelsel van financiële verhoudingen tussen Rijk en gemeenten en mogelijke oplossingsrichtingen te verkennen. In dit rapport staan aanbevelingen die nader uitgewerkt dienen te worden. Een herziening van de financiële verhoudingen vraagt om een goed uitwerkingsproces en een zorgvuldige implementatie die enkele jaren zal duren. Een aanpassing zal waarschijnlijk leiden tot herverdeeleffecten tussen gemeenten. Om gemeenten de gelegenheid te geven zich hierop aan te passen zal een transitieperiode worden afgesproken. Eventuele financiële gevolgen voor gemeenten zijn op dit moment nog niet bekend.

De omvang van het BTW-compensatiefonds is aan een plafond gekoppeld. Overschotten of tekorten op het fonds worden verrekend met het gemeentefonds. Eerder werd er in de meerjarenraming uitgegaan van een jaarlijks oplopende onderuitputting op het BCF en deze onderuitputting was meerjarig toegevoegd aan de raming van de algemene uitkering. De VNG had daarvan al aangegeven dat deze verwachte onderuitputting niet meer realistisch is gezien de toename van het aantal investeringen door gemeenten. In de meicirculaire 2018 is een gewijzigde systematiek doorgevoerd waarbij jaarlijks alleen de voorlopige afrekening van het huidige jaar in de algemene uitkering wordt verwerkt. Dit gebeurt jaarlijks bij de septembercirculaire. Dit leidt ertoe dat de meerjarige onderuitputting is verwijderd uit de meerjarenraming van de algemene uitkering.

In Groningen volgen wij de gemeentefondscirculaires. Voor Groningen heeft deze nieuwe werkwijze in 2019 geleid tot een nadeel van 4,7 miljoen euro, oplopend tot 7,9 miljoen euro vanaf 2022. Een overschot of tekort wordt uiteindelijk echter wel verrekend met de algemene uitkering, alleen het moment waarop de verwerking plaatsvindt wijzigt. De nieuwe werkwijze heeft dus geen gevolgen voor de uiteindelijke omvang van het gemeentefonds. Het ministerie van BZK heeft in overleg met de VNG het standpunt ingenomen dat gemeenten zelf reëel dienen in te schatten welke verwachte ruimte onder het BCF plafond als verwachte bate kan worden opgenomen in de meerjarenraming.

Wij vinden het niet reëel om meerjarig een verwachte bate in de begroting op te nemen als gevolg van mogelijke ruimte onder het BCF plafond. Het investeringsvolume van decentrale overheden is flink toegenomen in de afgelopen jaren en we verwachten nog een verdere toename als gevolg van de recent afgesloten collegeprogramma’s. Hiermee stijgen de verwachte declaraties uit het BCF. Daarom nemen wij geen verwachte bate op in de meerjarenbegroting voor dit onderwerp.

We hanteren het uitgangspunt dat specifieke kortingen (en uitzettingen) vanuit het rijk één op één met de sector worden verrekend. Voor het overige hanteren we een maximale omvang van het risico van 5% van de ingeschatte algemene uitkering. Het risico bedraagt maximaal 24,6 miljoen euro (naar boven of naar beneden). Daarbij gaan we er vanuit dat de kans op een voordeel even groot is als de kans op een nadeel. Daarom houden we bij het bepalen van het benodigde weerstandsvermogen geen rekening met een risico (risico is nihil).

Risicobedrag 2019

Pm

Kans 2019

Risicobedrag 2020

 Pm

Kans 2020

Risicobedrag 2021

 Pm

Kans 2021

Risicobedrag 2022

Pm

Kans 2022

Structureel/Incidenteel

1e signaleringsmoment

1995

Actie

Forse afwijkingen worden zoveel mogelijk voorkomen en verkleind door het realistisch en stabiel ramen van de uitkeringen.

Naam risico

Niet halen bezuinigingen

Programma

Alle programma's

Omschrijving

Om het tekort in het meerjarenbeeld 2014-2021 op te lossen is bij de begrotingen tot en met 2017 een pakket aan bezuinigingsmaatregelen opgesteld van gemiddeld 20 miljoen euro. We moeten er rekening mee houden dat we niet alle voorgenomen bezuinigingen volledig en/of in het gewenste tempo realiseren. We hebben bij de begroting 2019 het risico van elke bezuinigingsmaatregel afzonderlijk beoordeeld. Het risico komt daarmee in 2019 op 4,4 miljoen euro. In de jaren 2020-2022 ligt het risico net onder de 6,0 miljoen euro. Bij het bepalen van het risico is per maatregel rekening gehouden met de kans van optreden. Voor de bepaling van het benodigd weerstandsvermogen wordt de uitkomst daarom volledig (=100%) meegenomen.

In het nieuwe coalitie akkoord zijn twee taakstellingen opgenomen die in de komende jaren moeten worden gerealiseerd. Het gaat om een taakstelling op het niet volledig doorgeven van loon- en prijsontwikkelingen en een taakstelling op het verminderen van taken. De taakstellingen lopen op naar 9,7 miljoen euro in 2022 (3,6 miljoen euro in 2020 en 6,5 miljoen euro in 2021).

Taakstelling loon- en prijsstijgingen
In het coalitieakkoord is afgesproken voor een periode van 3 jaar geen volledige loon- en prijscompensatie toe te passen. Dit leidt tot een efficiency taakstelling op de organisatie van 1,6 miljoen euro in 2020, 3,0 miljoen euro in 2021 en 4,7 miljoen euro vanaf 2022. Gelet op de nog openstaande taakstellingen op de organisatie, is een nieuwe taakstellingen moeilijker te realiseren. We houden daarom rekening met een risico van 50% van de omvang van de taakstelling.

Taakstelling organisatie – taken
Daarnaast is in coalitieakkoord een bezuinigingstaakstelling op taken opgenomen (3 miljoen euro in 2020, 4,5 miljoen euro in 2021 en 6,0 miljoen euro vanaf 2022). De invulling hiervan moet nog worden bepaald. In het weerstandsvermogen houden we rekening met een risico dat in 2020 en 2021 niet alle bezuinigingen direct gerealiseerd kunnen worden (voor 2020 50% en 2021 25% van de taakstelling).

Risicobedrag 2019

4,4 miljoen euro incidenteel

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

10,5 miljoen euro incidenteel

Kans 2020

50%-100%

Risicobedrag 2021

13,2 miljoen euro incidenteel

Kans 2021

25%-100%

Risicobedrag 2022

10,3 miljoen euro incidenteel

Kans 2022

50%-100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2014

Actie

We sturen actief op realisatie van de maatregelen.

Naam risico  

Risico verstrekte leningen en garanties

Programma

Divers

Omschrijving

In het treasurystatuut staat dat de verstrekking van leningen of garanties aan derden alleen is toegestaan vanuit de publieke taak. Het verstrekken van een lening of het afgeven van een garantie leidt voor de gemeente tot een risico dat de derde niet aan de verplichtingen kan voldoen. Gemiddeld genomen houden we rekening met een risico van 8% van de omvang van de lening/ garantie. Per geval wordt het risico afzonderlijk beoordeeld een gewaardeerd.
In dit risico zijn alle aan verstrekte leningen / garanties opgenomen.

Lening Euroborg
De Euroborg NV heeft één huurder, waardoor het risico bestaat dat de Euroborg NV niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen richting de gemeente Groningen. De omvang van het risico is gebaseerd op de omvang van de lening van de gemeente aan Euroborg NV vermindert met de taxatiewaarde.

Lening Topsportzorgcentrum
We hebben een lening verstrekt aan de NV Euroborg voor het realiseren van het Topsportzorg centrum Bij het realisatiebesluit Topsportzorgcentrum hebben we aangegeven dat deze lening niet leidt tot een noodzaak het gemeentelijk weerstandsvermogen aan te vullen. De omvang van de lening is niet hoger dan de executiewaarde van het stadion (=70% van de investeringssom). Uit het meest recent gedeelde kastroom overzicht van Euroborg NV, blijkt dat het TsZC afgelost kan zijn in 2023 (bij gelijkblijvende renteverwachtingen). Gezien de courantheid van het gebouw en de langjarige huurcontracten met o.a. VNO-NCW/MKB-Noord, geven ook de actuele ontwikkelingen geen aanleiding voor deze lening weerstandsvermogen aan te houden.

Lening Warmtestad
Het risico van de lening aan Warmtestad is meegenomen in het risico gemeentelijk aandeel
Warmtestad.

Verstrekte leningen Haren
De gemeente Haren heeft in het verleden een garantie afgegeven op een door de gemeente overgedragen leningen portefeuille van circa 2,5 miljoen euro. Daarnaast heeft de gemeente Haren nog circa 0,9 miljoen euro aan geldleningen uitstaan. Bij het bepalen van het risico houden we rekening met een kans van optreden van 10%. Het risico komt hiermee op 0,3 miljoen euro.

Lening zwembad Scharlakenhof
De gemeente Haren heeft een lening van 0,7 miljoen euro verstrekt aan de stichting die zwembad Scharlakenhof exploiteert. De restant-hoofdsom van de lening bedraagt 0,4 miljoen euro. De aflossing over 2018 moet nog ontvangen worden. In verband met de opschorting van de subsidie in verband met het niet voldoen aan een subsidievoorwaarde (leveren jaarrekening met accountantsverklaring) kunnen de aflossing en rente op de verstrekte lening niet worden verrekend met de subsidie. Aangezien de in rekening gebrachte aflossings- en rentebedragen ook niet door betaling zijn voldaan, is er een betalingsachterstand ontstaan. Het risico op oninbaarheid is daardoor toegenomen.
We schatten het risico hoog in en hanteren een kans van 75%  Het risico komt hiermee op 300 duizend euro. Bij ontvangen aflossingen van de stichting vermindert het risico.

Verstrekte garanties Ten Boer
De gemeente Ten Boer heeft een garantie verstrekt aan de Stichting Biblionet. Voor het bepalen van de omvang van het risico houden we rekening met de omvang van de verstrekte garantie van 884 duizend euro en een kans van 25%.

Garantie op leningen van GEM Haren Noord
Het risico is afzonderlijk opgenomen (onderdeel ruimtelijk domein)

De omvang van de hierboven genoemde leningen waarvoor een risico is opgenomen bedraagt 11,4 miljoen euro. Rekening houdend met de kans van optreden houden we rekening met een risico van 2,6 miljoen euro. Door aflossingen neemt dit de komende jaren met circa 0,2 miljoen euro af.

Risicobedrag 2019

2,6 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

2,4 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

2,2 miljoen euro

Kans 2021

100%

Risicobedrag 2022

2,1 miljoen euro

Kans 2022

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2006

Actie

Met het aflossen van de leningen, loopt het risico jaarlijks terug.
Als enig aandeelhouder van de Euroborg NV monitoren wij de NV. Daarnaast houden we toezicht op de financiële situatie bij de huurder van het stadion (FC Groningen). Hiertoe bespreken we twee keer per jaar de stand van zaken met de directie van FC Groningen.
Ter beheersing van het risico van de verstrekte lening aan het zwembad Scharlakenhof hebben we een extern toezichthouder gevraagd toezicht te houden op de financiële situatie van het zwembad.

Naam risico  

Risico vastgoed

Programma

Divers

Omschrijving

In dit risico zijn diverse risico’s op het gebied van vastgoed opgenomen.

Niet verkopen panden voor dekking kapitaallasten VMBO Noord-oost / west
De raad besloot op 29 september 2010 vijf percelen te verkopen en de opbrengst (geraamd op 6,1 miljoen euro) in te zetten voor de dekking van kapitaallasten van de nieuw gerealiseerde vmbo-scholen. Van de 6,1 miljoen euro moet nog 1 miljoen euro worden gerealiseerd. De dekking van de kapitaallasten van 61 duizend euro is daarmee nog niet gerealiseerd en wordt als risico meegenomen.

Lagere opbrengst te verkopen vastgoed
De gemeente Haren hield rekening met een risico dat de boekwaarde van het te verkopen vastgoed niet kan worden terugverdiend. Het risicobedrag is bepaald op 20% van de boekwaarde (35 duizend euro) met een kans van 25%.

Waardering gemeentehuis Haren en Ten Boer
Het gemeentehuis in Haren heeft een relatief hoge boekwaarde (boven de 10 miljoen euro). Zolang het maatschappelijk vastgoed blijft hoeft deze boekwaarde niet te worden verlaagd. Indien (een deel van) de bestemming wordt gewijzigd naar een bedrijfseconomische functie, zal de boekwaarde verlaagd moeten worden. Vooralsnog is daarvan geen sprake, daarom houden we rekening met een pm risico.
De boekwaarde van het gemeentehuis in Ten Boer ligt boven de marktwaarde. Bij verkoop of functieverandering zal het noodzakelijk zijn de waarde naar beneden bij te stellen. Omdat er een relatie ligt met een bezuinigingstaakstelling op het gemeentehuis, houden we hier wel rekening met een risico van 230 duizend euro (en een kans van optreden van 50%).

Boerderij en woning Woldwijk
Bij de verwerving van de gronden Woldwijk in 2006/2007 zijn ook de boerderij en bijbehorende woning gekocht. We houden rekening met een risico voor 200 duizend euro met een kans van 30%.  
De openbare basisschool De Lessenaar te Ten Post is in 2014 gesloten, waardoor het gebouw is teruggevallen naar de gemeente. Voor het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen houden we rekening met een risico van 50 duizend euro met een kans van 30%.
Meerweg
De aanleg van de infrastructuur is in 2015 afgerond. De gemeente loopt nog een risico bij de verkoop van gronden aan particuliere ontwikkelaars. Het risico is bepaald op 20% van de boekwaarde (87 duizend euro) en een kans van 25%.

Risicobedrag 2019

61 duizend euro structureel
602 duizend euro incidenteel

Kans 2019

75%
25%-30%

Risicobedrag 2020

61 duizend euro structureel
602 duizend euro incidenteel

Kans 2020

75%
25%-30%

Risicobedrag 2021

61 duizend euro structureel
602 duizend euro incidenteel

Kans 2021

75%
25%-30%

Risicobedrag 2022

61 duizend euro structureel
602 duizend euro incidenteel

Kans 2022

75%
25%-30%

Structureel/Incidenteel

Structureel en incidenteel

1e signaleringsmoment

Augustus 2014

Actie

Dekking van de resterende kapitaallasten voor het VMBO wordt momenteel gevonden binnen het budget onderwijshuisvesting. Dat kan alleen zolang er nog reserve is. De reserve staat wel onder druk

Naam risico  

Fiscale risico’s

Programma

Alle programma's

Omschrijving

Vennootschapsbelasting
Vennootschapsbelasting is een belasting die wordt geheven over de fiscale winst welke door een onderneming is behaald. Met ingang van 1 januari 2016 is de gemeente Vennootschapsbelastingplichtig bij economische activiteiten waarbij de gemeente in concurrentie treedt (of kan treden) met de markt en daarmee winst behaald. Van deze activiteiten zal de fiscale winst moeten worden bepaald. De gemeente doet voor alle activiteiten die fiscaal als onderneming worden aangemerkt gezamenlijk één aangifte. Daardoor kunnen verliezen bij één onderneming worden gesaldeerd met winsten van andere ondernemingen. Indien geconsolideerd een winst wordt behaald dient maximaal 25% vennootschapsbelasting worden betaald. De gemeente Groningen heeft ter voorbereiding op de invoering haar Vpb activiteiten in beeld gebracht en heeft ondersteund door externe fiscale deskundigheid een inschatting gemaakt van de Vpb effecten. Binnen de organisatie hebben we de relevante systemen ingericht en zijn processen beschreven. Hiermee borgen we dat nieuwe activiteiten worden getoetst op mogelijke Vpb effecten. 
Op grond van deze inventarisaties hebben we onze aanvankelijke inschattingen van te betalen Vpb voor de grondexploitaties, het parkeerbedrijf, Stadsbeheer en overige gemeentelijke activiteiten nader aangescherpt.
De grootste verwachte gevolgen komen uit het parkeerbedrijf en de grondexploitatie  Meerstad. Samen met een externe fiscalist hebben we de consequenties voor de grondexploitaties en het parkeerbedrijf in beeld gebracht. Er hebben in 2016 gesprekken plaatsgevonden met de belastingdienst over de aanpak en gemaakte keuzes. Voor het Parkeerbedrijf verwachten wij geen fiscale winst. Voor Meerstad wordt op langere  termijn wel een fiscale winst verwacht. De juridische constructie van Meerstad (CV/BV) maakt dat Meerstad moet worden opgenomen in de aangifte VPB van de gemeente Groningen.Voor de aangifte over het boekjaar 2016 is uitstel aangevraagd. We verwachten als gemeente in totaliteit geen VPB te hoeven betalen in de eerst jaren. Het risico bestaat echter dat de Belastingdienst anders zal oordelen over de feiten. Het is derhalve wel van belang om dit risico te blijven volgen. Voor de berekening van het weerstandsvermogen is het risico op 0 gezet.

Bij het bepalen van het weerstandsvermogen voor Haren werd rekening gehouden met een risico voor controles belastingdienst en een risico voor te betalen vennootschapsbelasting.
Voor mogelijke controles van de belastingdienst hield Haren rekening met een structureel  risico van 50 duizend euro structureel met een kans van 50%. Voor de vennootschapsbelastingplicht voor werd rekening gehouden met een structureel risico van 200 duizend euro met een kans van 75%.
Vooralsnog handhaven we deze risico’s. Bij de begroting 2020 maken we een nieuwe inschatting.

Wijziging in BTW regelgeving
In het Belastingplan 2019 is de wijziging van de btw-sportvrijstelling opgenomen. Door deze wetswijziging vervalt het recht op aftrek van btw voor gemeenten en niet-winstbeogende exploitanten van sportaccommodaties. Er volgt geen herziening van de btw op oude investeringen. Voor de btw op de exploitatie komt een specifieke uitkering die vooralsnog voor 1 mei 2019 moet worden aangevraagd voor de begroting 2019. Nadien zal worden afgerekend op basis van de jaarrekening (SiSa). Het is nog niet helder of er structureel genoeg compensatie komt voor de extra (btw) kosten. Immers kan er door de gemeenten meer worden aangevraagd dan beschikbaar (152 miljoen euro).
BTW-beschermingsbewind
Voor de uitvoering van beschermingsbewind aan klanten die geen recht hadden op een vergoeding uit de Bijzondere Bijstand, verwachten wij nog de BTW over de afgelopen vijf jaar te moeten afdragen. Het totaalbedrag aan nog af te dragen BTW op grond van de in rekening gebrachte kosten bedraagt 260 duizend euro. Het is nog niet bekend welk deel van deze groep gebruikt heeft gemaakt van beschermingsbewind omdat zij in een schuldsituatie verkeerden en daarvoor tot de doelgroep van schuldhulpverlening behoorden. In dat geval hoeft namelijk geen BTW afdracht plaats te vinden. We hebben een inschatting gemaakt en komen op een risico bedrag van 100 duizend euro met een kans van 75%. De belastingdienst mag over een periode van maximaal 5 jaar verrekenen. We gaan ervan uit dat belastingdienst haar onderzoek in 2019 afrondt.

Terugvordering BTW op re-integratietrajecten
De BTW op kosten voor re-integratietrajecten is vanaf de instelling van het BTW-compensatiefonds verrekend met de Belastingdienst. Naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank van 13 juli 2011 over het verrekenen van BTW op individuele re-integratieactiviteiten is sprake van een risico. In juni 2012 hebben wij informatie ontvangen dat de verrekening van btw wellicht voor een deel niet mogelijk is. Het niet verrekenbare deel zou mogelijk 2/3 deel uitmaken van het totaal.  Als uiteindelijk blijkt dat de BTW ten onrechte is verrekend met het BTW-compensatiefonds, kan dit betekenen dat een deel van de btw over de jaren 2012-2016 moeten worden terugbetaald. Het totaal verrekende bedrag over de genoemde periode bedraagt circa 2 miljoen euro.

In het land tekent zich het beeld af dat terugvordering waarschijnlijk niet aan de orde zal zijn omdat de belastingdienst daarvoor onvoldoende grond heeft. Dit wordt door de fiscalisten bevestigd. Wij streven ernaar om de afrekening met de belastingdienst in 2019 af te ronden, maar zijn daarbij afhankelijk van de snelheid waarmee de belastingdienst dit punt gaat oplossen. Het oorspronkelijke risicobedrag is verlaagd omdat bij afwikkeling in 2018 de jaren 2011 en 2012 verjaard zijn.
In middels heeft de Rechtbank Den Haag in november 2017 geoordeeld dat de BTW die drukt op de betreffende re-integratietrajecten wel volledig compensabel is. Volgens de rechtbank vormen de re-integratiekosten in beginsel geen kosten die betrekking hebben op individuele derden. Dat een re-integratietraject activiteiten bevat die gericht zijn op de uitkeringsgerechtigde maakt dat niet anders. Volgens de rechtbank kan een uitkeringsgerechtigde ook zonder re-integratie mogelijk baat hebben bij die activiteiten, zoals trajectbegeleiding, werknemersvaardigheden, nazorg en sociale activering, maar dat betekent niet dat de re-integratietrajecten niet zijn bestemd voor het eigen gebruik van de gemeente. De gemeente neemt de re-integratiediensten af met als doel de uitkeringsuitgaven te verlagen waarmee de collectiviteit van inwoners van de gemeente is gediend. De Belastingdienst heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van Rechtbank Den Haag. Zolang de procedure loopt noemen we het risico in de paragraaf weerstandsvermogen. We kunnen echter geen betrouwbare inschatting van het risico bedrag en kans van optreden maken. Daarom hebben we het risico voor de berekening van het weerstandsvermogen op 0 gezet.  

Risicobedrag 2019

100 duizend euro incidenteel
250 duizend euro structureel

Kans 2019

50%-75%

Risicobedrag 2020

100 duizend euro incidenteel
250 duizend euro structureel

Kans 2020

50%-75%

Risicobedrag 2021

100 duizend euro incidenteel
250 duizend euro structureel

Kans 2021

50%-75%

Risicobedrag 2022

100 duizend euro incidenteel
250 duizend euro structureel

Kans 2022

50%-75%

Structureel/Incidenteel

 Structureel en incidenteel

1e signaleringsmoment

 Divers (geen nieuwe risico’s opgenomen)

Actie

Voor het risico als gevolg van de wijzigingen in de BTW regelgeving hebben we de financiële gevolgen aangeleverd bij het VNG. We volgen de ontwikkelingen op rijksniveau.

Naam risico  

Bezwaarprocedures

Programma

Wonen

Omschrijving

Bezwaarprocedures bouwleges
Er loopt op dit moment nog 1 procedure over de hoogte van de bouwleges. Het gerechtshof heeft de gemeente Groningen in het gelijk gesteld. Hiertegen is in cassatie gegaan bij de hoge raad. We verwachten in 2019 een uitspraak van de hoge raad. Het totale risico is gekwantificeerd op 414 duizend euro. De kans is geschat op 50%. Omdat we niet weten of het risico zich in 2019 gaat voordoen, nemen we het risico ook mee in de jaarschijven 2020-2022.

Proces Wierden en Borgen
Woningcorporatie Wierden en Borgen (Ten Boer) heeft bezwaar ingediend tegen de aanslag rioolheffing 2014 en volgende jaren. Het bezwaar richt zich met name op de stellingname van Wierden en Borgen dat de gemeente ten onrechte bepaalde objecten niet aanslaat en verder tegen de onderbouwing van de door te berekenen kosten naar het aanslagbedrag. Alle gemeenten waar onroerend goed staat van Wierden en Borgen hebben een gelijksoortig bezwaar gekregen. Het proces loopt nog. Wij zijn van mening dat het bezwaar ongegrond is. Gesprekken met Wierden en Borgen hebben niet geleid tot een oplossing zodat we nu in het formele traject zitten van bezwaar en beroep. Hierdoor kan het nog lang onduidelijk zijn wat uiteindelijk de uitkomst van de uitspraak op het bezwaar zal zijn. Een inschatting van de omvang van het risico is niet te maken. Het risico staat daarom op pm.

Risicobedrag 2019

414 duizend euro

Kans 2019

50%

Risicobedrag 2020

414 duizend euro

Kans 2020

50%

Risicobedrag 2021

414 duizend euro

Kans 2021

50%

Risicobedrag 2022

414 duizend euro

Kans 2022

50%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2008

Actie

Inzet stadsadvocaat t.b.v. verweer in procedures

Naam risico  

Verzekeringen

Programma

Algemene ondersteuning

Omschrijving

Binnen de Gemeente Groningen zijn er een aantal risico's welke niet afgedekt zijn door verzekeringen. De kans op het zich voordoen van deze risico's is dermate klein maar de impact ervan kan groot zijn. De risico's welke hieronder vallen zijn fraude/berovingsrisico, milieuschade, cybercrime, motorrijtuigen, computer en glas.

Risicobedrag 2019

pm

Kans 2019

Risicobedrag 2020

pm

Kans 2020

Risicobedrag 2021

pm

Kans 2021

Risicobedrag 2022

pm

Kans 2022

Structureel/Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2018

Actie

Door het nemen van interne beheersingsmaatregelen worden de risico's beperkt.

Naam risico  

Renterisico

Programma

Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

De renteveronderstellingen voor de begroting zijn gebaseerd op de verwachte ontwikkeling van de rente. De werkelijke renteontwikkeling kan hoger of lager uitvallen. Een beperkte afwijking zal zich zeker voordoen. Mutaties in de rente hebben gevolgen voor het resultaat. Het risico op een netto voordelig resultaat is even groot als het risico op een netto nadelig resultaat.

Risicobedrag 2019

pm

Kans 2019

Risicobedrag 2020

pm

Kans 2020

Risicobedrag 2021

pm

Kans 2021

Risicobedrag 2022

pm

Kans 2022

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Doorlopend

Actie

De rente egalisatiereserve is per 2018 opgeheven. De renteresultaten worden jaarlijks toegelicht en inzichtelijk gemaakt in de rekening. 

Naam risico  

Stijging pensioenpremie

Programma

Alle programma's

Omschrijving

Het bestuur van het pensioenfonds ABP waarschuwt voor het risico dat de pensioenpremie volgend jaar moet stijgen. De totale loonontwikkeling hebben we voor 2019 eerder ingeschat op 3,13 procent. Dit cijfer komt in de richting van de CEP-raming van het CPB van 22 maart (3,4 procent). De verwachte stijging van de ABP-premie kunnen we mogelijk opvangen door een meevaller op het CAO-percentage en overige sociale premies.
Gelet op de onzekerheid of en in welke mate een stijging van de pensioenpremie zich gaat voordoen nemen we in de begroting 2019 een risico op. Het gaat om een structureel risico van € 2 miljoen en een kans van optreden van 50%.

Risicobedrag 2019

2 miljoen euro

Kans 2019

50%

Risicobedrag 2020

2 miljoen euro

Kans 2020

50%

Risicobedrag 2021

2 miljoen euro

Kans 2021

50%

Risicobedrag 2022

2 miljoen euro

Kans 2022

50%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Begroting 2017

Naam risico  

Incidenteel gedekte investeringen

Programma

Divers

Omschrijving

In het verleden zijn in Haren voorzieningen gerealiseerd waarvan de investeringskosten werden gedekt ten laste van reserves dan wel subsidies. Ook is een onbekend aantal activa zonder boekwaarde, waarvoor op termijn vervanging onontkoombaar is. Iedere vervanging van dergelijke activa leidt dus tot een toename van de kapitaallasten, waarvoor op geen middelen beschikbaar zijn in de begroting.

Het risico is ingeschat op 100 duizend euro structureel met een kans van 25%.

Risicobedrag 2019

100 duizend euro

Kans 2019

25%

Risicobedrag 2020

100 duizend euro

Kans 2020

25%

Risicobedrag 2021

100 duizend euro

Kans 2021

25%

Risicobedrag 2022

100 duizend euro

Kans 2022

25%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Actie