Paragraaf 8 Lokale heffingen

Belastingen

Hieronder geven wij een toelichting op de ontwikkeling van de diverse belastingen van de voormalige gemeente Groningen.

Onroerende zaakbelasting
De belasting Onroerende Zaakbelasting (OZB) staat niet per gemeente verantwoord, maar als totaal voor de nieuwe gemeente Groningen. Zie hiervoor de inleiding van paragraaf 8.

Roerende Zaakbelasting
De opbrengst roerende zaakbelasting stijgt met 2 duizend euro als gevolg van het jaarlijks indexeren (2,5%) van het tarief.

Hondenbelasting
De opbrengst hondenbelasting ramen we voor 2019 102 duizend euro hoger dan in 2018. Dit vloeit voor een bedrag van 22 duizend euro voort uit toepassing van de indexering en voor 80 duizend euro uit een technische aanpassing (kwijtschelding wordt niet meer verantwoord als een correctie op de baten maar als last meegenomen in de begroting).

Logiesbelasting
Door een stijging van het aantal overnachtingen neemt de opbrengst van logiesbelasting ten opzichte van 2018 met 200 duizend euro toe.

Precariobelasting
De precariobelasting is een belasting voor het gebruik van gemeentegrond en is een algemeen dekkingsmiddel. In Groningen hebben we echter een relatie gelegd tussen de opbrengst van de precariobelasting en de kosten. Inzet is dat de kosten van handhaving in de openbare ruimte volledig gedekt worden uit de opbrengst precariobelasting. Op begrotingsbasis nemen de baten precariobelasting ten opzichte van de actuele begroting 2018 toe met 53 duizend euro in verband met de toenemende drukte, dat leidt eveneens tot meer inzet. Ter dekking van de kostenstijgingen zijn de tarieven met 2,5% verhoogd. De kostendekkendheid op begrotingsbasis na tariefsverhoging bedraagt 100%. De lasten en baten in 2019 worden dan 706 duizend euro.

Parkeergelden
De parkeergelden bestaan uit een publiekrechtelijk en een privaatrechtelijk deel. Het publiekrechtelijk deel wordt ook wel parkeerbelasting genoemd en daaronder vallen de tarieven voor het parkeren bij parkeermeters en parkeerautomaten, de boetes voor het rood staan bij parkeermeters en parkeerautomaten, de kosten van het (gratis) fiets parkeren en de tarieven voor parkeervergunningen. Onder het privaatrechtelijk deel vallen de tarieven voor parkeergarages, buurtstallingen en P&R terreinen. Het uitgangspunt is dat het in totaal kostendekkend is.

De opbrengst van de publiekrechtelijke parkeergelden (parkeerbelasting) stijgt met 1,1 miljoen euro ten opzichte van de actuele begroting 2018. We verwachten meer opbrengsten uit fiscalisering (0,3 miljoen euro) en meer opbrengsten uit parkeertickets en belparkeren (0,8 miljoen euro).

Voor de tarieven van parkeergarages, buurstallingen en P&R terreinen wordt de opbrengst voor 2019 geraamd op 8,319 miljoen euro. Ten opzichte van de actuele begroting 2018 is dat een toename van 631 duizend euro. Deze toename wordt verklaard doordat de forum-garage in 2019 is begroot op 0,4 miljoen euro en doordat de opbrengsten voor de centrumgarage zijn begroot op 350 duizend euro. De opbrengsten van de centrumgarage worden echter gestort in een beklemde reserve. De kostendekkendheid van het privaatrechtelijk deel bedraagt in 2019, 98% (2018: 93%).